Psalms 29:1

1) kinderen

Dat is, gij machtigen, geweldigen, die boven anderen in macht en gezag op aarde verheven zijt. Alzo Ps. 89:7.

Ps 89.6

Psalms 78:25

18) machtigen;

Dat is,der engelen, alzo genoemd vanwege de macht en kracht, die zij van God ontvangen hebben om grote dingen in het werk te stellen, inzonderheid tot dienst zijner uitverkorenen. Zie Ps. 103:20; Hebr. 1:14. Het man wordt der engelen brood genoemd, omdat God het door hun dienst afzond, of uit den hemel [der engelen woonstede] gaf, of vanwege zijne uitnemendheid; gelijk tongen der engelen; dat is, allerlieflijkste, 1 Cor. 13:1.

Ps 103.20 Heb 1.14 1Co 13.1

Psalms 103:20

19) gij krachtige

Hebr. gij helden van kracht.

20) gehoorzamende

Dat is, zo haast als gij hoort en verneemt wat Hij zegt en wat zijn wil is.

21) de stem zijns

Dat is, het bevel.

Copyright information for DutKant