Psalms 37:37

61) oprechte

Hebr. rechten, richtigen, enz. Zie boven Ps. 7:11.

Ps 7.10

62) einde van

Hebr. achterste, uiterste, laatste. Verg. Deut. 32:20; Spreuk. 14:12. Dat is, hij zal ten laatste welvaren, het zal hem eindelijk welgaan; dat zult gij bevinden zo gij daarop acht geeft. Anders, want daar is loon voor den vreedzamen man. Sommigen verstaan het van de nakomelingen, alzo in het volgende. Verg. Ps. 109:13. Ex. 31:17.

De 32.20 Pr 14.12 Ps 109.13 Ex 31.17

Proverbs 5:4

9) het laatste

Of, haar einde, of uitgang. De zin is dat de uitkomst van al de lieflijkheid en zoetigheid der vreemde vrouw en dergenen, die haar aanhangen, anders niet is dan gelijk in den tekst volgt. Alzo wordt het oorspronkelijke woord voor een ongelukkig einde genomen, Deut. 32:20, onder Spreuk. 14:13, en Spreuk. 23:32; Amos 8:10.

De 32.20 Pr 14.13 23.32 Am 8.10

10) een tweesnijdend

Hebreeuws, een zwaard der monden; dat is, dat twee monden heeft. Versta, een zwaard, dat aan beide zijden snijdt. Alzo Ps. 149:6; Hebr. 4:12.

Ps 149.6 Heb 4.12

Proverbs 24:14

32) Zodanig

Anders: alzo kan de wijsheid voor uwe ziel.

33) vindt,

Dat is, bekom, of verkrijg. Alzo boven Spreuk. 8:9. Zie Gen. 26:12.

Pr 8.9 Ge 26.12

34) beloning

Hebreeuws, een laatste, of achterste; dat is, een goed naloon. Zie onder Spreuk. 24:20.

Pr 24.20

35) verwachting

Dat is, het goed, dat gij van de genade Gods verwacht. Zie Job 5:16.

Job 5.16

Proverbs 24:20

44) beloning

Versta, geen goede of gewenste beloning, of geen goed einde. Zie boven Spreuk. 18:22. Hebreeuws, achterste, of uiterste, of einde. Dan, het Hebreeuwse woord is ook voor loon genomen. Zie boven Spreuk. 23:18. Anders: nakomelingen; zal gene nakomelingen hebben, en zo hij ze krijgt, zullen ze vergaan; waarop het volgende in Spreuk. 24:20 van sommigen geduld wordt.

Pr 18.22 23.18 24.20

45) de lamp

Zie boven Spreuk. 20:20, Job 18:6.

Pr 20.20 Job 18.6
Copyright information for DutKant