‏ Psalms 46:4

9) hare

Te weten, der zee‰n.

10) beroerd

Dat is, troebel worden, [waarop het Hebr. woord ziet] gelijk in grote stormen pleegt te geschieden. Zie van het Hebr. woord Job 16:16.

Job 16.16

11) derzelver

Dat is, de opzwelling der zee. Men kan het ook op God duiden, aldus: vermits zijne hoogheid, of, verheffing; gelijk Deut. 33:26. Zie aldaar de aantekening.

De 33.26

12) Sela

Zie Ps. 3:3.

Ps 3.2

‏ Proverbs 5:16

36) fonteinen

Versta, uwe kinderen, die uit u als uit ene fontein voortkomen; vergelijk Jes. 51:1. De zin is dat een ieder de zijnen eerlijk zou opkweken, opdat zij niet alleen het huisgezin sieraad en dienst zouden toebrengen, maar ook andere mensen, naar hunne gelegenheid, vriendschap en deugd doen.

Isa 51.1

37) waterbeken

Zie Ps. 1:3.

Ps 1.3
Copyright information for DutKant