Psalms 50:14
21) dank Of, lof. Van het ceremonieel lofoffer, zie Lev. 7:12; maar hier wordt gesproken van de geestelijke offeranden, die Gods bondgenoten schuldig zijn te doen. Verg. Hebr. 13:15. Le 7.12 Heb 13.15Psalms 61:5
7) hut Dat is, in uw heiligen tabernakel een lange tijd, en voorts in den hemel, dooe de tabernakel afgebeeld, in alle eeuwigheid. Zie onder Ps. 61:6. Ps 61.5 8) mijne Of, toevlucht hebben. 9) verborgene Dat de Schrift elders verklaart door de schaduw der vleugelen. Zie Ruth 2:12, en boven Ps. 57:2. Ru 2.12 Ps 57.1 10) Sela. Zie Ps. 3:3. Ps 3.2
Copyright information for
DutKant