Psalms 71:22

40) Heilige

Gelijk Ps. 78:41, en Ps. 89:19, enz. Dat is, Gij, die de heiligheid zelve zijnde, uw volk heiligt en van uw volk geheiligd wordt, dat is, voor heilig erkend, geroemd, heiliglijk ge‰erd en van alle afgoden afgezonderd wordt. Zie Lev. 20:8,26; Jes. 8:13; Matth. 6:9, enz.

Ps 78.41 89.18 Le 20.8,26 Isa 8.13 Mt 6.9

Ezekiel 16:60

170) gedachtig wezen aan Mijn verbond

Zie Gen. 8:1.

Ge 8.1

171) met u,

Dat is, dat Ik met u gemaakt heb ten tijde van Abraham, Izak en Jakob. Want met dezen en hunne nakomelingen had God een verbond der genade opgericht, steunende op de verdiensten van den toekomenden Messias; Gen. 17:2.

Ge 17.2

172) eeuwig verbond oprichten.

Te weten hangende van het voorgaande verbond der genade en ene vernieuwing daarvan zijnde, en mede openstaande voor alle heidenen, die in Christus geloven zouden.

Copyright information for DutKant