Psalms 73:6
11) omringt Voor deze woorden, omringt hen als een keten, is in het Hebreeuws een woord, betekenende zoveel alsof men zeide, ketent hen; dat is, is hun in plaats van een keten, omgehangen sieraad, gouden halsband. Of, zij zijn met hovaardij rondom behangen gelijk een keten rondom den hals gaat. 12) gewaad. Of, pronkkleed. Het Hebreeuwse woord wordt Spreuk. 7:10, gebruikt van het kleed ener overspeelster, en schijnt de betekenis te hebben van een welzittend, welpassend, sierlijk kleed; alzo pronken de goddelozen met overlast en geweld, alsof zij hun sieraad en opschik waren. Zie het tegendeel Job 29:14. Pr 7.10 Job 29.14
Copyright information for
DutKant