‏ Revelation of John 11

1) een rietstok gegeven,

In dit gezicht wordt door de herbouwing van den tempel, de wederoprichting van den vervallen godsdienst in de gemeente van Christus, hoewel tussen nauwere bepaling, te kennen gegeven, nadat die door de tirannie van den antichrist, waarvan in Openb. 9 begonnen is te voorzeggen, onder den voet was gebracht; en dit gezicht is genomen uit Ezech. 40:3, en vervolgens, waardoor dergelijke afmetingen, en dat in meerdere breedte dan de tempel tevoren was, de wederoprichting der gemeente, die tevoren vervallen was, wederom door Christus in meerdere ruimte door de gehele wereld zou opgericht worden.

Eze 40.3

2) meet den tempel Gods

Dat is, paal af de ware Kerk, waarin God recht gediend wordt, en onderscheid ze van de andere, die de grootste menigte zijn, en die, hoewel zij den titel daarvan voeren, nochtans de daad niet hebben.

3) het altaar,

Deze was twee‰rlei in den tempel, namelijk het reukaltaar, dat in het heilige stond, en waarop het reukwerk met de gebeden der heiligen werd geofferd, en het brandofferaltaar, dat voor den tempel in den voorhof der priesters stond, waar de offeranden der verzoening en der dankbaarheid geschiedden. Deze met de aanbidders worden hier ook gemeten, om weder op te richten, overmits deze twee fundamentele hoofdstukken van het christelijk geloof, onder het rijk van den antichrist, meest verduisterd en ten onder zijn gebracht; te weten, eerstelijk de oorzaak van de verzoening onder zonden voor God, die de Heilige Schrift ons n Christus en Zijn offerande alleen stelt, waar deze in eigene verdiensten, aflaten, vagevuur, bedevaarten tot heiligen en dergelijke bijgelovigheden onder het rijk van den antichrist gezocht wordt; ten tweede, de ware aanroeping van den enigen God door den enigen Middelaar Christus, daar deze aanroeping in het rijk van den antichrist wordt verdeeld onder vele meesters en meesteressen, gelijk bekend is. Deze zijn dan hier alleen de ware aanbidders voor God, die zich alleen aan God en Christus in dit heiligdom houden; en deze zijn ook alleen de ware priesters van het Nieuwe Testament, al zijn zij minder in getal, en wat meer verborgen voor het gezicht der wereld, en niet degenen, die in de openlijke voorhoven hun bijgelovigen godsdienst met grote menigte oefenen.

4) het voorhof uit,

Enige boeken hebben: die van binnen den tempel is; namelijk ten opzichte van den buitensten muur des tempels.

5) en meet dat niet,

Grieks werp uit buiten.

6) den heidenen gegeven;

Zo worden genoemd, al degenen die heidense manieren, met het plegen van afgoderij in hun godsdienst gebruikten. Hoewel het Griekse woord ook volken in het algemeen betekent.

7) de heilige stad vertreden

Dat is, de zichtbare kerk, die door Jeruzalem was afgebeeld, welke door de afgodendienaars nu ingenomen en vertreden wordt, daar zij met den titel van den tempel Gods en van de heilige Kerk zouden roemen, en de ware Kerk verdrukken. Zo dat door den uitersten voorhof verstaan worden degenen, die de meeste achting en aanzien hebben onder het rijk van den antichrist of hunne geestelijkheid, zoals zij spreken; en door de heilige stad, de gehele menigte die daaronder behoort, en van dezen titel ook roemt, niet anders dan die van Jeruzalem eertijds plachten, zelfs als zij Christus en Zijn ware leden vervolgden.

8) twee en veertig maanden.

Hierdoor wordt de gehele tijd van de heerschappij van den antichrist verstaan. Doch de rekening van het begin en einde van dezen tijd wordt verschillend genomen, gelijk op Openb. 11:3 zal aangetekend worden. Maar het allerzekerst is, dat wij de vervulling daarvan met lijdzaamheid verwachten.

Re 11.3
9) Mijn twee getuigen

Enigen menen dat door deze twee getuigen Henoch en Elias zouden worden verstaan, die den tijd van twee en veertig maanden, of van twaalf honderd zestig dagen, dat is omtrent drie jaren en een half, voor het einde van de wereld, tegen den antichrist zouden profeteren, en daarna door hem gedood worden, en wie naar de letter alles zou overkomen, wat hier in den tekst verhaald wordt. En dit gevoelen wordt door enigen heden gedreven, om den antichrist en zijn rijk, hetwelk nu langen tijd in de wereld bekend is, te verduisteren. Doch behalve dat het ongerijmd is, dat de Heilige Geest in deze openbaring de dingen, die voorts moeten geschieden, zo vele eeuwen zou voorbijgaan, in welke de Kerk van Christus zo vele veranderingen heeft ondergaan, en terstond komen tot de vier laatste jaren der wereld; zo is het ook niet mogelijk, dat het rijk van den antichrist binnen drie jaren en een half zou opgericht worden, en alles door de gehele wereld teweegbrengen, wat in Gods Woord van hem en zijn rijk is voorzegd. Het strijdt ook met Gods Woord, dat de heiligen uit den hemel met hun hemelse lichamen zouden dalen, om hier gedood te worden, of dat zij op deze wereld weder zouden komen prediken, gelijk Abraham getuigt, Luk. 16:29, of ook dat zij in drie jaren en een half onder alle volken zouden profeteren, of dat hunne lichamen binnen drie eigenlijk genoemde dagen en een half door de volken, geslachten en talen, zo zouden gezien worden, en dat die op aarde wonen zich daarover zouden verblijden, en elkander geschenken zenden, gelijk hier Openb. 11:3 in den tekst staat. Daarom moet beide, de zaak zelf en de tijd hier noodzakelijk profetischerwijze en figuurlijk verstaan worden, namelijk van de dagen die gehele jaren betekenen, gelijk Ezech. 4:5, en Dan. 9:24; welke jaren door enigen worden begonnen van het jaar 606 toen de bisschop van Rome allereerst den titel van bisschop der gehele christelijke Kerk [die Christus aleen toekomt] heeft aangenomen, en de afgoderij onder de christenen meest is begonnen door te breken. Hoewel anderen deze jaren wat vroeger beginnen, namelijk van de verwoesting van het Oude Rome, en van zijn overheersing door de Gothen, omtrent het jaar 412. Doch dit in zijn geheel gelaten zijnde, gelijk Openb. 11:2 gezegd is, zo wordt het opwekken van deze twee getuigen geschikt verstaan van enige voortreffelijke leraars, die God binnen dien tijd van het rijk van den antichrist, hier en daar op verschillende tijden in Zijn gemeente heeft verwekt, om deze heerschappij en afgoderij te ontdekken en wederstaan; die daarom als met zakken bekleed gezegd worden, omdat zij in slechte klederen en met een treurig gelaat zich tegen de pracht en hoogmoed van het antichristendom hebben gesteld. En daarom ook twee genoemd worden, omdat er wel weinigen zouden zijn, maar evenwel genoeg om de waarheid den mensen te betuigen, daar alle waarheid bestaat in twee of drie getuigen, Deut. 19:15; en omdat God gewoonlijk twee zodanige voortreffelijke getuigen tot wederoprichting der vervallen leer pleegt te gebruiken gelijk hier in de volgende woorden eerst wordt gezien op Jozua en Zerubbabel, die den godsdienst na de gevangenschap van Babel hebben opgericht in Openb. 11:4, en op Mozes en A„ron, die zulks gedaan hebben in de woestijn; en op Elia en Elisa, die zulks gedaan hebben onder Achab en ander dienaars van Ba„l, waarop hier wordt gezien in Openb. 11:5,6, die ook daarom twee kunnen genoemd worden, omdat zij de leer van het Oude en het Nieuwe Testament alleen tot wederlegging van het antichristendom, als getuigen dezer waarheid, hebben voortgebracht, en anderen daardoor krachtig overwonnen. Zodanigen zijn geweest Waldus en Petrus Bruys in Frankrijk, Wiclef en Pournes in Engeland, Johannes Hus en Hieronymus van Praag in Bohemen en Duitsland, die ook daarover op het Concilie van Constanz, gedood en met blijdschap door al dien hoop, uit verscheidene volken en tongen vergaderd, verbrand zijn; totdat het God daarna heeft beliefd Luther en Melanchton in Duitsland, Zwingli en Oecolampadius in Zwitserland, Farel en Calvijn in Frankrijk, met meer anderen in hun plaats te verwekken, die met meerdere kracht hun getuigenis volbracht hebben, en een groot deel van dat grote Babel hebben doen vallen, van welks gehelen val en vernietiging hier zal worden geprofeteerd.

Lu 16.29 Re 11.3 Eze 4.5 Da 9.24 Re 11.2 De 19.15 Re 11.4,5,6
10) de twee olijfbomen,

Dit voorbeeld is genomen uit het gezicht van Zacharias, Zach. 4:2,3,14, waar Jozua de hogepriester en Zerubbabel de vorst zo worden afgebeeld, omdat zij instrumenten waren waardoor de olie der gaven van den Heiligen Geest, en het licht van Zijn woord krachtig waren, om den vervallen tempel en godsdienst na de gevangenschap van Babel in Isra‰l weder op te richten.

Zec 4.2,3,14
11) een vuur zal uit

Dit ziet op het exempel van Mozes in den opstand van Korach met de zijnen, Num. 15:35, en op het exempel van Elias tegen de krijgsknechten, die kwamen om hem te vangen, 2 Kon. 1:10, waardoor allerlei plagen verstaan worden, die God den vijanden zijner profeten heeft toegezonden. Het kan ook verstaan worden van het vuur der dreigementen van God tegen de halsstarrigen, gelijk te zien is Jer. 5:14.

Nu 15.35 2Ki 1.10 Jer 5.14
12) den hemel te sluiten,

Dit ziet insgelijks op het exempel van Elia, 1 Kon. 17, waardoor •f de uiterlijke plagen van droogten en hongersnoden kunnen verstaan worden, •f ook het inhouden van de werkingen van Gods Geest, om der mensen ondankbaarheid wil; gelijk Paulus 2 Thess. 2:11 getuigt, dat God hun zal zenden een kracht der dwaling, opdat zij de leugen geloven, omdat zij de liefde der waarheid niet hebben aangenomen om zalig te worden.

2Th 2.11

13) om die in bloed te

Dit ziet ook op het exempel van Mozes en A„ron, die de Egyptenaars, die zich tegen hun vermaningen zetten, met deze en andere plagen hebben gestraft; gelijk God ook verschillende ongevallen en plagen om zodanige oorzaken over de halsstarrige christenheid heeft gezonden.

14) als zij hun getuigenis

Namelijk elk het zijne, in zijn bestemden tijd, gedurende deze heerschappij van den antichrist.

15) het beest, dat

Dat is, de antichrist, met zijn geestelijke heerschappij, welk Openb. 9:11 Abaddon of Verderver genoemd is, waarvan de nadere beschrijving in Openb. 13 zal volgen.

Re 9.11
16) op de straat

Of op de ruimte. Dit is ook een eigenschap van deze Roomse hierarchie, of geestelijke heerschappij, dat zij de zodanigen, die zij voor ketters schelden op galgen en raderen zetten, en door al hun gebied de begrafenis weigeren, inzonderheid op hun gewijde plaatsen, en hun naam allerlei versmaadheid aandoen na hun dood.

17) der grote stad,

Hierdoor wordt de stad Rome met hare heerschappij verstaan, gelijk de engel zelf genoeg verklaart, Openb. 17:9,18, die geestelijk Sodom genoemd wordt, om de ontucht, die daar zetelt: en Egypte, vanwege de verdrukking van Gods volk, en waar onze Heere ook geestelijk wordt gezegd gekruisigd te zijn, omdat gelijk Christus zelf door den Romeinsen stadhouder gekruisigd is, Hij ook zo in Zijn leden door de Roomse heerschappij nog dagelijks gekruisigd wordt.

Re 17.9,18
18) die op de aarde wonen,

Dat is, de aardse mense, die zich tot aardsen godsdienst begeven.

19) geschenken zenden;

Namelijk tot een teken van blijdschap, gelijk Esth. 9:19,22.

Es 9.19,22

20) gepijnigd hadden.

Dat is, met hun prediking, schriften en vermaningen hun geweten hadden geroerd, en kwelling aangedaan, om zo gerust in hun bijgelovigheden en zonden niet voort te kunnen gaan, waarvan zij door den dood van dezen nu schenen ontslagen te zijn.

21) na die drie dagen

Dat is na een korten tijd, dat deze getuigen gedood waren, en door het geweld en publiek oordeel van den antichrist en van de zijnen, hun aanzien onder de mensen schenen verloren te hebben, heeft God weder anderen in hun plaats verwekt, die door denzelfden Geest zijn gedreven geweest, gelijk Johannes de Doper in den geest en kracht van Elisa wordt gezegd gekomen te zijn; Luk. 1:17.

Lu 1.17
22) zij voeren op naar

Sommigen verstaan dit van de zaligheid der profeten of getuigen van Christus, die gelijk Christus, hun hoofd, door een wolk is opgenomen in den hemel, en gelijk Lazarus' ziel door de engelen is gedragen in Abrahams schoot, zo ook uit vele ontering en verdrukking door den dood ten hemel zijn opgenomen, om daar vertroost en verheerlijkt te worden, totdat zij ten uitersten dage in het gezicht van hun vervolgers, naar het lichaam en ziel, Christus tegemoet in de wolken ten hemel opgenomen zijn; 1 Thess. 4:17. Anderen verstaan het van de meerdere kracht en verheerlijking dezer getuigen, door degenen, die in hun plaats zullen komen, gelijk zulke wijze van spreken Jes. 14:13,19, en elders ook gebruikt wordt. Hetwelk door anderen, die hen gevolgd zijn, en die ook met den burgerlijken arm zijn gesterkt geweest in Duitsland, Frankrijk, Engeland, Schotland, Zwitserland, Nederland en andere delen der wereld, niettegenstaande al het geweld van den antichrist, geschied en volbracht is en nog volbracht wordt.

1Th 4.17 Isa 14.13,19
23) een grote aardbeving,

Dat is, een grote beroering en beweging in de wereld, zo door den antichrist en degenen, die zich tegen deze getuigen stelden, als de anderen, die deze getuigenissen aannamen en voorstonden; gelijk de ervaring in de voorgaande eeuwen heeft getuigd en nog in deze eeuw getuigt.

24) het tiende [deel]

Dat is, een groot deel der Roomse en antichristische hierarchie is van den antichrist afgevallen.

25) zeven duizend namen

Dit verstaan enigen voor mensen van naam en aanzien, als daar zijn koningen, vorsten, prelaten, leraars en dergelijke, die in verscheidene krijgen die zij voor den antichrist gevoerd hebben, zijn omgekomen.

26) de overigen zijn

Dat is, een groot deel der volken, die onder zijn heerschappij stonden, zijn van hem afgeweken, en hebben zich tot de zuiverheid van het Evangelie, naar dit voorbeeld, meer en meer bekeerd, totdat eindelijk de val van deze grote stad met zeven bergen en haar valsen profeet zal volgen; waarvan in de volgende hoofdstukken zal geprofeteerd worden.

27) de zevende engel

Hetgeen op deze bazuin is gevolgd, wordt het best verstaan van de oprichting van het rijk Gods en van zijn Christus in den hemel, na de voleinding der wereld, hetwelk met de laatste woorden van Openb. 11:15, en met Openb. 11:18,19 wel overeenkomt, en met de orde, die in deze gezichten wordt gehouden, dat elk bijzonder gezicht met het einde der wereld in zijn voorzegging eindigt, gelijk hiervoor Openb. 10:7, ook is betuigd.

Re 11.15,18,19 10.7

28) grote stemmen

Namelijk van blijdschap, die onder de heilige geesten in den hemel was, gelijk volgt.

29) zijn geworden onzes

Dat is, staan nu allen onder zijn regering, nadat onder den voet zijn gebracht al degenen die zich daartegen stelden. Zie 1 Cor. 15:24.

1Co 15.24
30) de volken waren

Namelijk tevoren tegen Christus en Zijn rijk; maar nu is de tijd gekomen, dat gij uwe straf, in uw rechtvaardigen toorn, tegen zodanigen zult uitvoeren.

31) den profeten, en

Waaronder de apostelen en Evangelisten van het Nieuwe Testament ook worden begrepen.

32) den heiligen,

Waaronder alle trouwe leraars en martelaars ook worden begrepen.

33) die Uw Naam vrezen,

Hierdoor worden al de andere gelovigen verstaan.

34) die de aarde verdierven.

Namelijk met geweld en vervolging, met valse leringen en slechte voorbeelden. Zie Openb. 19:2.

Re 19.2
35) de tempel Gods

Door de opening des tempels in den hemel wordt allergevoegelijkst verstaan de verheerlijking der gemeente zelf in den hemel, en dor de ark zijns verbonds het heerlijk aanschouwen van Christus onzen middelaar in deze, waarvan de ark een voorbeeld was, en door den donder en bliksem, enz. de tekenen Zijns toorns tegen de ongelovigen.

Copyright information for DutKant