Revelation of John 3:18

46) van mij koopt goud,

Dat is, begeert of zoekt te verkrijgen, niet door enige uwer verdienste [want Christus zegt hier dat Hij naakt en arm was], maar uit genade en om niet, door het gebed, gelijk verklaard wordt Jes. 55:1; zie ook Matth. 11:28.

Isa 55.1 Mt 11.28

47) beproefd komende uit

Of dat gloeiend uit het vuur komt; dat is, dat uit het vuur getrokken nu de proef heeft doorstaan, waardoor het ware geloof verstaan wordt, hetwelk door het vuur der verzoekingen beproefd wordt, 1 Petr. 1:7, en dat al de rijkdommen van Christus' lijden zich toe‰igent en tot zich overbrengt.

1Pe 1.7

48) witte klederen, opdat

Dat is, de rechtvaardigheid en heiligheid van Christus, waardoor onze geestelijke ellende en naaktheid voor God bedekt wordt, gelijk verklaard wordt Openb. 7:13,14, en Openb. 19:8.

Re 7.13,14 19.8

49) ogenzalf, opdat gij zien moogt.

Of ogenwater; dat is het rechte verstand van Zijn woord en de kracht van Zijn Geest, waardoor wij gebracht worden tot kennis van onszelf en van de genade Gods jegens ons; Ps. 19:9, en Ps. 119:105.

Ps 19.8 119.105

Revelation of John 16:15

25) Ziet, Ik kom

Dit wordt hierbij gevoegd om een ieder te waarschuwen, dat hij op zijn hoede is, daar in dien dag alles een einde zal nemen, en na dien tijd geen tijd van bekering meer over zal zijn; gelijk hierna zal volgen. Zie Matth. 24:43; Luk. 12:39, en Openb. 3:3.

Mt 24.43 Lu 12.39 Re 3.3

26) men zijn schaamte

Grieks en zij zijn schaamte zien; dat is, de schandelijkheid zijner zonden, namelijk zo zij door het kleed der gerechtigheid van Christusl, en door een waar geloof met leedwezen gevoegd, niet worden gedekt. Zie Gal. 3:27, en Openb. 3:18.

Ga 3.27 Re 3.18

Revelation of John 19:8

16) zijn

Dat is, betekenen, gelijk hiervoor Openb. 1:20, en Openb. 17:15,18. 17 de rechtvaardigmakingen Of, rechtvaardigheden, namelijk niet waardoor wij in onszelf, maar waardoor wij voor God rechtvaardig zijn, welke is de rechtvaardigheid van Christus, die ons door het geloof wordt toegerekend; 2 Cor. 5:21. En is als een zuiver wit kleed, waardoor onze naaktheid voor Gods aangezicht wordt bedekt. Zie Rom. 13:14; 1 Cor. 1:30; Gal. 3:27, en hiervoor Openb. 7:13, waaruit de heiligmaking des Geestes haar oorsprong heeft, die hiernamaals in ons ook zal volmaakt worden.

Re 1.20 17.15,18,17 2Co 5.21 Ro 13.14 1Co 1.30 Ga 3.27 Re 7.13
Copyright information for DutKant