Revelation of John 8:3

5) een andere engel, en stond

Namelijk van een andere natuur, die hier tussenbeiden is gekomen eer de andere zeven hebben gebazuind; en door dezen engel wordt hier noodwendig Christus onze Middelaar verstaan, de engel des verbonds en het aanschijn Gods, Jes. 63:9, en Mal. 3:1; die alleen de priester des hemels is, en onze gebeden met het reukwerk Zijner verdiensten, op het gouden altaar, dat is, op zichzelf Gode tot een aangenamen reuk offert en voordraagt, gelijk betuigd wordt Rom. 8:34; Ef. 5:2; Hebr. 4:14, en Hebr. 9:24, en Hebr. 13:10,15; 1 Joh. 2:1.

Isa 63.9 Mal 3.1 Ro 8.34 Eph 5.2 Heb 4.14 9.24 13.10,15 1Jo 2.1

6) gegeven, opdat hij het [met]

Namelijk van God Zijn Vader, dewijl Hij Hem tot een Middelaar heeft gesteld.

7) de gebeden aller heiligen

Grieks zou geven de gebeden. Dit verstaan enigen van de gebeden aller gelovigen op aarde, die gedurig tot God roepen en zuchten, dat Zijn rijk kome, en dat Hij hen verlosse van den boze. Anderen verstaan dit van de gebeden der martelaars in het bijzonder, waarvan hiervoor is gesproken, Openb. 6:10; doch kan wel van al de gebeden der kinderen Gods in het algemeen verstaan worden.

Re 6.10

Revelation of John 9:13

15) uit de vier hoornen des

Dit ziet op het reukaltaar, dat vier hoornen had, en in het heilige voor het heilige der heiligen stond, op welk altaar de priesters alle dagen reukwerk offerden; maar op deze vier hoornen de hogepriester eens in het jaar; Exod. 30:10. Door welke hoornen de macht van Christus wordt verstaan, die hier het vonnis uitspreekt tot straf dergenen die Zijn Kerk tot nog toe hebben verdrukt. Zie hiervoor Openb. 6:9.

Ex 30.10 Re 6.9

Revelation of John 11:19

35) de tempel Gods

Door de opening des tempels in den hemel wordt allergevoegelijkst verstaan de verheerlijking der gemeente zelf in den hemel, en dor de ark zijns verbonds het heerlijk aanschouwen van Christus onzen middelaar in deze, waarvan de ark een voorbeeld was, en door den donder en bliksem, enz. de tekenen Zijns toorns tegen de ongelovigen.

Revelation of John 14:15

37) den tempel, roepende met grote stem tot

Namelijk des hemels, gelijk Openb. 14:17 wordt uitgedrukt, waar de troon van God den Vader is, gelijk Openb. 4:2 wordt betuigd; vanwaar deze engel als een zendbode van den Vader tot Christus komt, naar de wijze onder grote koningen gebruikelijk, om hetgeen volgt te boodschappen, en om de vervulling van den tijd der uitvoering van Gods oordelen, aan te dienen; gelijk wij lezen dat in den tijd Zijner vernedering niet alleen de engelen, maar ook Mozes en Elia uit den hemel tot Hem zijn gekomen, om van Zijn uitgang te Jeruzalem te spreken, Matth. 17:3, en Luk. 9:30; aangezien Hij niet is gekomen om zijn wil te doen, maar den wil des Vaders die Hem heeft gezonden; Joh. 4:34, en Joh. 6:38.

Re 14.17 4.2 Mt 17.3 Lu 9.30 Joh 4.34 6.38

38) om te maaien

Dat is, om de mensen van den aardbodem weg te nemen, dewijl het getal der uitverkorenen nu was vervuld. Zie hiervoor Openb. 6:11, en 2 Petr. 3:9.

Re 6.11 2Pe 3.9

39) rijp is geworden.

Grieks dor, droog.

Revelation of John 14:17-18

41) een andere

Enigen verstaan dit ook van Christus Jezus, die onder verschillende gedaanten, als een rechter over goeden en kwaden wordt ingevoerd; hoewel anderen dit verstaan van een voornamen geschapen engel, de nevens zich andere engelen had, welke de ergernissen en goddelozen van de aarde zouden vergaderen, om onder het oog van Christus, zittende op den rechterstoel, te brengen, en daar hun vonnis te doen ontvangen en in de hel te werpen; gelijk Christus, met de kracht Zijner engelen vergezelt, het vonnis over hen zal uitspreken en uitvoeren; Matth. 13:41,42, en 2 Thess. 1:7, enz.

Mt 13.41,42 2Th 1.7
42) van het altaar,

Namelijk waar de zielen der martelaars hiervoor Openb. 6:9 gezien zijn, die riepen en verlangden naar de wraak over de vijanden Gods, en naar de verlossing der gemeente van Christus op aarde, welk gebed hier verhoord wordt, als hun getal en de tijd aldaar verhaald vervuld is. Van welke vervulling deze engel een boodschapper en aandiener is, gelijk de engel aan Dani‰l heeft geboodschapt; Dan. 9:21,23, en aan Cornelius; Hand. 10:4.

Re 6.9 Da 9.21,23 Ac 10.4

43) die macht had

Namelijk waarmee de goddelozen zullen gepijnigd worden, waarvan hiervoor Openb. 14:10 gesproken is.

Re 14.10

44) want de druiven

Dat is, hun zonden zijn tot het hoogste gekomen, en Gods lankmoedigheid over hen heeft een einde, gelijk van de Amorieten wordt gesproken Gen. 15:16, en van die van Sodom en Gomorra; Gen. 18:20,21.

Ge 15.16 18.20,21

Revelation of John 16:17-18

28) goot zijn fiool

Deze zevende fiool maakt een einde aan alles, en vervolgens aan het gehele antichristische rijk, die op de lucht wordt uitgegoten, omdat geen gedierte zonder de lucht kan leven; en omdat de satan, die tot nog toe in het merendeel der wereld heeft geheerst, daar zijn troon en woning heeft, gelijk Paulus spreekt Ef. 2:2, en Ef. 6:12, welke hiermee ook zal worden vernietigd, gelijk hierna Openb. 20:10 klaarder wordt betuigd.

Eph 2.2 6.12 Re 20.10

29) Het is geschied.

Dat is, het is alles volbracht, dat in de wereld, naar Gods Woord, te geschieden stond; of het is er geweest, namelijk de grote stad en beest; waarvan in de twee volgenden hoofdstukken Openb. 17,18, nog onderscheidener zal worden gehandeld.

30) er geschiedden stemmen,

Door deze stemmen, donderslagen, enz. worden verstaan de tekenen, die de laatste komst van Christus ten oordeel zullen voorgaan, gelijk Matth. 24; Mark. 13; Luk. 21, en 2 Petr. 3:10, ook dergelijke worden verhaald.

2Pe 3.10
Copyright information for DutKant