Romans 1:18

38) de toorn Gods wordt

Dat is, de straffen, die God uit den hemel zendt, gelijk Rom. 1:24,26,28, nader wordt uitgedrukt, welke niet dan over onrechtvaardigen worden gezonden.

Ro 1.24,26,28

39) goddeloosheid,

Daardoor worden verstaan alle zonden, strijdende tegen de eerste tafel, die verhaald worden in enige volgende verzen.

40) ongerechtigheid der mensen,

Hierdoor worden verstaan de zonden tegen de tweede tafel, die van Rom. 1:29 aan verhaald worden.

Ro 1.29

41) de waarheid

Dat is, de kennis van God en Zijne eer, die Hij den mensen zelfs door de natuur heeft geopenbaard, gelijk blijkt uit de volgende verzen.

42) in ongerechtigheid

Dat is, tegen alle recht en billijkheid, welke vereist, dat men Gode geeft wat Hem toekomt.

43) ten onder houden.

Dat is, onderdrukken, hun eigen gemoederen geweld doende, dewijl zij beter weten dan zij doen.

Romans 9:22

60) En of God,

Dit is de vierde reden van Paulus' antwoord, genomen van het loffelijk einde, waarom God zulks doet, namelijk om toorn, dat is, rechtvaardige straf, te oefenen tegen de vaten des toorns, nadat Hij die met veel lankmoedigheid in hunne verdorvenheid en wederspannigheid heeft verdragen.

61) de vaten des toorns,

Dat is, over welke God Zijn rechtvaardigen toorn voorgenomen heeft te bewijzen.

62) tot het verderf toebereid;

Namelijk ten dele door henzelven, daar zij in hunne verdorvenheid en wederspannigheid een vermaak hebben: en ten dele door Gods rechtvaardig oordeel die hen daarin heeft willen verlaten en tot de verdiende straf brengen, gelijk aan Farao is geschied.

Copyright information for DutKant