Romans 1:19
44) hetgeen van God kennelijk is, Namelijk zoveel als een mens zonder Gods Woord uit de natuur van God weten kan. 45) hen openbaar is; Dat is, in het binnenste van hun gemoed; of onder hen; dat is, onder hunne wijzen en geleerden, die hiervan zeer vele klare en wijze spreuken en redenen in hunne schriften hebben nagelaten, hoewel zij zelf daartegen gedaan hebben. 46) heeft het hun geopenbaard. Namelijk eensdeels door de wet der natuur, in hunne conscientin, Joh. 1:9; anderdeels door het aanschouwen der schepselen Gods, waardoor Zijne eigenschappen gelijk als getast worden; Ps. 19:2, en Ps. 148:4,5,6; Hand. 14:15; en Hand. 17:24, enz. Joh 1.9 Ps 19.1 148.4,5,6 Ac 14.15 17.24 Romans 1:21
52) God kennende, Namelijk op zulke wijze als tevoren verklaard is. 53) als God niet hebben verheerlijkt of gedankt; Dat is, gelijk het Zijn goddelijke majesteit toebehoorde, zelfs naar de kennis, die zij van Hem hadden. 54) verijdeld geworden Dat is, zij zijn door hunne overleggingen vervallen tot ijdele bedenkingen van God en van Zijn dienst, en hebben die gericht, niet naar de kennis, die zij van God hadden, maar naar de genegenheid van hun verdorven zinnen, in het uitvinden van ijdele godsdiensten, en in het verzinnen van vele fabuleuze en ijdele goden, waardoor de kennis van God meer en meer onder hen is verduisterd.
Copyright information for
DutKant