‏ Romans 10:9-10

21) zult belijden

Namelijk oprecht naar het geloof uws harten; en de apostel stelt hier de belijdenis voor, omdat die van anderen eerst wordt bekend.

22) den Heere Jezus,

Namelijk uw Heere en Zaligmaker te zijn naar het voorbeeld van Paulus; Gal. 2:20; 1 Tim. 1:15,16.

Ga 2.20 1Ti 1.15,16

23) uit de doden opgewekt heeft,

Namelijk nadat Hij tot verzoening uwer zonden was gestorven; Rom. 4:25.

Ro 4.25
24) gelooft men ter rechtvaardigheid

Namelijk als zijnde een middel, waardoor de rechtvaardigheid van Christus aangenomen, ons toegerekend en geschonken wordt; Rom. 3:24,25, en Rom. 4:5.

Ro 3.24,25 4.5

25) belijdt men ter zaligheid.

De ware belijdenis wordt hier gesteld als een weg, waardoor wij tot de zaligheid, die ons door Christus' gerechtigheid verworven is, moeten komen, Matth. 10:32, en als een kenteken van het ware geloof, dat in het hart verborgen is; 1 Joh. 4:15.

Mt 10.32 1Jo 4.15
Copyright information for DutKant