Romans 14:2

5) De een gelooft wel,

Namelijk die de Christelijke vrijheid recht verstaat.

6) alles eten mag,

Dat is, allerlei eetbare spijs, zonder onderscheid van reine of onreine, hetwelk in het Oude Testament was; Lev. 11:4; Deut. 14:7.

Le 11.4 De 14.7

7) die zwak is,

Namelijk in het geloof, Rom. 14:1.

Ro 14.1

8) eet moeskruiden.

Namelijk liever dan dat hij hier de wet niet zou houden; dat is, laat hem genoegen met een slechte spijs, die in de wet toegelaten was, en onthoudt hem van het vlees van zwijnen, hazen, konijnen en andere in de wet verboden; Lev. 11:5, enz.

Le 11.5
Copyright information for DutKant