Romans 16:2

5) ontvangt

Dat is, herbergt en vriendelijk bejegent.

6) in den Heere,

Dat is, om des Heeren wil, of in des Heeren naam.

7) gelijk het den heiligen betaamt,

Dat is, gelijk haar, die een heilige en godzalige vrouw is, en ook ulieden, die vrome Christenen zijt, betaamt. Grieks, waardiglijk den heiligen.

8) bijstaat,

Namelijk met raad en daad, om haar hare zaken te helpen verrichten, die zij te Rome te doen heeft.

9) een voorstandster geweest van velen,

Of, herbergster; namelijk die vele verjaagde Christenen in haar huis heeft ontvangen. Zie 1 Tim. 5:10. Het schijnt dan dat zij een welgestelde vrouw geweest is.

1Ti 5.10

1 Corinthians 14:34

112) zwijgen; want het is

Dat is, openlijk niet spreken tot de gemeente, al zijn zij ook met goede kennis begaafd. Zie 1 Cor. 11:5.

1Co 11.5

113) te spreken, maar

Namelijk openlijk in de gemeente iets te leren of voor te stellen. Zie 1 Tim. 2:12.

1Ti 2.12

114) onderworpen te zijn,

Namelijk den mannen, om van hen onderwijzing te ontvangen. Want die een ander in openbare vergaderingen onderwijst, heeft daardoor enig gezag over of boven dengene, die onderwezen wordt.

115) de wet zegt.

Namelijk Gen. 3:16.

Ge 3.16

1 Timothy 2:12

25) dat zij lere,

Namelijk anderen, in de openbare vergaderingen, gelijk Paulus uitdrukt, 1 Cor. 14:34. Anderszins mogen ook de vrouwen hare kinderen tehuis onderwijzen, gelijk de moeder van Salomo deed, Spreuk. 31:1, ja zelfs ook wel anderen, wanneer de nood of stichting zulks vordert. Zie 1 Sam. 25:24; Hand. 18:26, enz.

1Co 14.34 Pr 31.1 1Sa 25.24 Ac 18.26

1 Timothy 5:9-10

16) gekozen worde niet minder dan van zestig jaren,

Namelijk tot het ambt ener diakones welke in de eerste Kerk der gemeente diende onder zieke, vreemde en arme lieden, en die daarvoor door de gemeente, in den nood zijnde, werden onderhouden.

17) ‚‚ns mans vrouw

Niet dat de vrouwen veel mannen te gelijk hadden, maar dat door de echtscheiding, die in gebruik was, de vrouwen veel mannen, de een na den ander dikwijls hadden, die nog te zamen in leven waren, hetwelk door Christus wordt bestraft, Matth. 5:32; Mark. 10:12. Anderen nemen het voor ‚‚ne die maar eens getrouwd is geweest, doch dit strijdt met hetgeen Paulus zegt Rom. 7:1, enz., en 1 Cor. 7:39.

Mt 5.32 Mr 10.12 Ro 7.1 1Co 7.39
18) voeten heeft gewassen,

Gelijk dit in die warme landen veel gebruik was, waar de mensen blootvoets en alleen op zolen gingen, en derhalve vermoeid zijnde of van stof vervuild, zulke diensten tot verkwikking veel pleegden te gebruiken. Zie Joh. 13:5,14. en hierdoor wordt een voorbeeld van beleefdheid, allerlei zorg en dienst verstaan.

Joh 13.5,14

19) nagetracht heeft.

Grieks nagevolgd.

Copyright information for DutKant