Romans 6:13

33) der zonde

Dat is, tot dienst van de zonde, die in u nog is.

34) wapenen der ongerechtigheid;

Dat is, instrumenten, uitvoerders der ongerechtigheid, gelijk een soldaat met zijne wapenen uitvoert hetgeen hem zijn overste gebiedt.

35) Gode,

Dat is, ten dienste Gods.

36) uit de doden

Dat is, als uit den dood en de macht der zonde verlost en met het leven der gerechtigheid door Christus begaafd.

37) uw leden

Namelijk als die instrumenten zijn der ziel, om uit te voeren hetgeen zij wil of begeert.

Ephesians 5:14

19) zegt Hij:

Sommigen nemen dit voor de woorden des apostels, die door den Geest van Christus gedreven zijnde, alzo spreekt, gelijk de profeten doorgaans betuigen: Zo spreekt de Heere, namelijk door mij tot u. Anderen nemen het voor een verhaal van woorden uit de profeten, die Paulus samen voegt en verklaart. Zie Jes. 9:1, en Jes. 26:19, en Jes. 60:1; waarin de somma van de bekering des mensen is begrepen.

Isa 9.2 26.19 60.1

20) die slaapt,

Namelijk den geestelijken slaap der zonde en dood der zonde, zijnde wakker en levend gemaakt door het woord en den Geest van Christus, gelijk Ef. 2:1 gezegd is. Welke vermaning ten dele de gelovigen aangaat, die somwijlen ook in enige algemene zonden slapen; ten dele de ongelovigen, die in dezelfde zonden dood zijn. De eerste vermaant hij wakker te worden door de kracht des Geestes Gods, welke zij alrede deelachtig zijn; de andere, uit de doden op te staan, opdat zij door zulke vermaningen de levendmakende kracht van Christus gevoelende, ook de zonden gehoorzaam zijn, gelijk Lazarus uit den lichamelijken dood door Christus' woord en kracht is opgestaan; Joh. 11:43,44.

Eph 2.1 Joh 11.43,44

21) over u lichten.

Namelijk gelijk de zon der gerechtigheid, om u wel te leiden, en als kinderen des daags voorzichtig te doen wandelen, gelijk Ef. 5:15 verklaart.

Eph 5.15

Colossians 2:13

46) u, als gij

Namelijk die nu in Christus gelooft en gedoopt zijt.

47) dood waart

Zie Ef. 2:1.

Eph 2.1

48) [in] de voorhuid

Dit wordt niet gesproken van de eigenlijk genoemde voorhuid, die de gelovige Colossensen nog hadden, maar van de natuurlijke verdorvenheid, waarin zij v¢¢r hunne bekering waren, die alzo bij gelijkenis genoemd wordt, omdat de voorhuis in het Oude Testament een schandelijk en verachtelijk ding was bij de Isra‰lieten. Zie dergelijke wijze van spreken Deut. 10:16; Jer. 9:25, enz.

De 10.16 Jer 9.25

49) mede levend gemaakt

Zie Ef. 2:5.

Eph 2.5

50) vergevende;

Of, genadiglijk vergevende, of vergeven hebbende. Want door het geloof worden ons onze misdaden en zondige aard uit kracht van Christus' verdiensten vergeven, en wordt het lichaam der zonde, of de oude mens, in ons ook gedood, van welke beide weldaden de doop, een teken en zegel in het Nieuwe Testament is, gelijk de besnijdenis in het Oude was; Rom. 2:29, en Rom. 4:11.

Ro 2.29 4.11

1 Timothy 5:6

12) levende gestorven.

Dat is, al leeft zij naar het lichaam, zo is zij geestelijk dood, gelijk Matth. 8:22.

Mt 8.22
Copyright information for DutKant