Romans 7:7

24) Is de wet zonde?

Dat is, oorzaak der zonde; welke tegenwerping hieruit rijst, dat de apostel tevoren Rom. 7:5 gezegd had dat de zonde door de wet krachtig was in ons; daarom verklaart hij in de volgende verzen hoe dit moet verstaan worden.

Ro 7.5

25) ik kende de zonde niet

Namelijk ten volle en alzo ik behoorde. Want anderszins leert ook de natuur een onderscheid van goed en kwaad in vele dingen; Rom. 2:15.

Ro 2.15

26) de begeerlijkheid niet geweten

Hier wordt de begeerlijkheid genomen voor den grond van alle kwade begeerten en voor de eerste bewegingen derzelve. Want de begeerlijkheid waar wij in bewilligen, wisten ook de heidenen wel dat zonde was; maar deze eerste bewegingen tot het kwaad hielden zij voor geen zonde, gelijk ook niet de Farize‰n, waaronder Paulus geweest was. Zie Matth. 5:20,22,28, en Matth. 23:25, enz.

Mt 5.20,22,28 23.25

Romans 8:2-4

4) de wet des Geestes des levens

Dat is, de levendmakende Geest, die in Christus Jezus is.

5) de wet der zonde en des doods.

Dat is, de kracht der zonde, die in ons tevoren heeft geheerst. En dit is een krachtig bewijs van het laatste deel van Rom. 8:1, dat de gelovigen niet naar het vlees, maar naar den Geest wandelen.

Ro 8.1
6) Want

In deze twee verzen bewijst hij het eerste deel van Rom. 8:1, namelijk dat er gene verdoemenis voor de gelovigen is.

Ro 8.1

7) hetgeen der wet onmogelijk was,

Grieks het onmogelijke der wet; dat is, omdat het de wet onmogelijk was de zonde teniet te doen, of den mens voor God te rechtvaardigen.

8) krachteloos was,

Of, onmachtig; namelijk door de verdorvenheid onzer natuur om ons te rechtvaardigen en het leven te geven.

9) in gelijkheid

Christus' mensheid is een ware menselijke natuur geweest, doch geen zondige natuur, maar heeft alleen de gelijkheid gehad ener zondige natuur, omdat Hij al onze zwakheden heeft gedragen, daar wij door de zonde in lagen; Filipp. 2:7.

Php 2.7

10) des zondigen vleses,

Grieks des vleses der zonde.

11) voor de zonde,

Dat is, als een offerande voor de zonde, Hebr. 10:6. Of tot verzoening en vernietiging der zonde, Rom. 4:25; 1 Cor. 15:3.

Heb 10.6 Ro 4.25 1Co 15.3

12) veroordeeld

Dat is, gestraft, gedood en hun de kracht van beschuldigen benomen.

13) in het vlees.

Namelijk Christus; dat is, door de offerande van Christus, die in het vlees voor ons heeft geleden.

14) het recht der wet

Dat is, hetgeen de wet eiste, die het leven beloofde aan degenen, die de wet volkomen hielden, welken eis Christus voor ons vervuld heeft; Gal. 3:13,14, en Gal. 4:4,5.

Ga 3.13,14 4.4,5

15) die niet naar het vlees wandelen,

Dit herhaalt de apostel wederom uit Rom. 8:1, niet als ene oorzaak der rechtvaardigmaking, hetwelk hij zelfs van Abraham en David heeft ontkend, Rom. 4, maar als een merkteken, waaraan de gelovigen van de waarheid huns geloofs, en dus van hunne rechtvaardigmaking kunnen gekend en verzekerd zijn; en stelt dit merkteken als een grond om de volgende vermaning daarop te bouwen.

Ro 8.1

Romans 10:3-5

4) de rechtvaardigheid Gods

Dat is, die God in het Evangelie geopenbaard heeft, en die ons God door Christus schenkt; 2 Cor. 5:21; Filipp. 3:9.

2Co 5.21 Php 3.9

5) hun eigen gerechtigheid

Namelijk door hun eigen werken, of door de gehoorzaamheid der wet; waarin zij nochtans verre tekortkomen, gelijk bewezen is van alle mensen, Rom. 3, en van Abraham en David, Rom. 4.

6) op te richten,

Grieks, te stellen. Hier wordt de vermetelheid van het menselijk gemoed betekend, dat zijn eigen gerechtigheid voor God staande wil houden, gelijk de Farize‰n; Luk. 18:11,12.

Lu 18.11,12

7) niet onderworpen.

Dat is, willen zichzelven die niet onderwerpen; en daarom kunnen zij tot de gerechtigheid, die voor God bestaat, niet komen; gelijk Rom. 8:7.

Ro 8.7
8) het einde der wet is Christus,

Dat is het oogmerk, waarom de wet door Mozes is gegeven, is opdat de mensen daardoor tot kennis hunner zonden gebracht zijnde, tot Christus en zijne rechtvaardigheid hunne toevlucht zouden nemen, als die de wet voor ons volkomen volbracht heeft. Zie Gal. 3:19, enz.

Ga 3.19
9) Want Mozes

In deze navolgende zeven verzen stelt de apostel een klaar onderscheid tussen de rechtvaardigheid der wet en des geloofs; en bewijst zowel de ene als de andere met de woorden van Mozes zelven.

10) die deze dingen doet,

Namelijk volmaakt en zonder iets na te laten; Deut. 27:26; Gal. 3:10; Jak. 2:10/

De 27.26 Ga 3.10 Jas 2.10

2 Corinthians 3:9

23) der rechtvaardigheid

Dat is, der rechtvaardigmaking, die alleszins gesteld wordt tegen verdoemenis. Zie Rom. 8:33,34.

Ro 8.33,34

Galatians 3:5

18) den Geest verleent,

Dat is, die geestelijke gaven. Zie Gal. 3:2.

Ga 3.2

19) krachten onder

Dat is, wonderwerken. Zie 1 Cor. 12:10,28.

1Co 12.10,28

20) uit de prediking

Zie Gal. 3:2.

Ga 3.2

Galatians 3:10

33) uit de werken der

Dat is, die hunne rechtvaardigheid en zaligheid zoeken door de onderhouding der wet van Mozes.

34) die zijn onder den vloek;

Namelijk omdat zij de wet niet volkomen onderhouden, en daarom door de wet de zegening of rechtvaardigmaking niet kunnen verkrijgen. Want zegening en vloek strijden tegen elkander.

35) er is geschreven:

Namelijk Deut. 27:26.

De 27.26

36) een iegelijk, die

De apostel volgt hier de Griekse overzetting, alzo deze de mening van den Hebreeuwsen grondtekst zeer wel uitdrukt, hoewel de woorden een iegelijk en al daar niet uitgedrukt staan.

37) om dat te doen.

Namelijk volmaakt in alle delen, en op zulke wijze als God beveelt. En daaruit blijkt dat door de werken der wet hier verstaan worden, niet alleen de werken van de wet der ceremoni‰n, maar ook der zeden of tien geboden.

Galatians 4:21

83) Zegt mij, gij,

Dat is, antwoord mij eens op hetgeen ik u uit de wet zelve zal voorstellen.

84) die onder de wet

Dat is, die door de werken der wet en de onderhouding der ceremoni‰n zoekt gerechtvaardigd te worden.

85) hoort gij de wet niet?

Dat is, wilt gij u aan de wet niet onderwerpen om aan te nemen hetgeen in de wet en boeken van Mozes geschreven staat? Namelijk dat de wet zelve van de erfenis uitsluit degenen, die dienstknechten der wet zijn, gelijk in de volgende verzen bewezen wordt. Het woord wet wordt hier in twee‰rlei betekenis genomen, gelijk Rom. 3:21.

Ro 3.21

Hebrews 8:6

14) Hij zoveel uitnemender bediening gekregen,

Namelijk de Heere Jezus Christus.

15) eens beteren verbonds Middelaar is,

Namelijk van het verbond der wet, en der ceremoni‰n was.

16) betere beloftenissen

Namelijk die hierna, Hebr. 8:10,11,12, worden uitgedrukt.

Heb 8.10,11,12

17) bevestigd is.

Grieks gewettelijkt is.

Copyright information for DutKant