Romans 8:10-11

32) het lichaam dood

Dat is, nog sterflijk, of den lichamelijken doop onderworpen, gelijk Rom. 8:11 verklaard wordt.

Ro 8.11

33) om der zonden wil;

Dat is, om de overblijfselen der zonde, die nog in u zijn; 1 Cor. 15:56.

1Co 15.56

34) de geest

Dat is, uwe ziel, die door Gods Geest vernieuwd is, gelijk blijkt uit de tegenstelling des lichaams.

35) is leven

Dat is, des eeuwigen levens deelachtig, en zal altijd bij God in heerlijkheid zijn, als is het, dat het lichaam voor een tijd moet afgelegd worden; 2 Cor. 5:1,8.

2Co 5.1,8

36) om der gerechtigheid wil.

Namelijk waardoor gij gerechtvaardigd zijt, en waarop ook de heiligmaking volgt, die Christus hier in ons begint en hier namaals in ons zal volbrengen, alzo hij zijn begonnen werk niet zal laten steken.

37) levend maken,

Dat is, weder opwekken tot een eeuwig leven, waar geen zonde en dood meer plaats zal hebben.

38) door Zijn Geest,

Want gelijk de Vader de doden opwekt, alzo wekt ook de Zoon de doden op, Joh. 5:21, en hier ook de Heilige Geest als eenzelfde God met Hem en van eenzelfde kracht.

Joh 5.21

2 Corinthians 4:12

22) de dood werkt

Dat is, het gevaar des doods hangt ons gedurig boven het hoofd en werkt in ons door de kracht van Christus tot meerderen ijver tot naarstige uitvoering van onze bediening.

23) het leven in

Dat is, maar gij wordt door onzen dienst en al onze verdrukkingen en doodsgevaren in het leven des Geestes meer en meer versterkt, alzo dat zelfs al deze benauwdheden, die ons overvallen, u ten goede komen en tot het leven gedijden.

Copyright information for DutKant