Song of Solomon 2:6
20) linkerhand De gemeente wenst en verwacht de genadige en goedertierene hulp, die de Bruidegom haar in den nood zou bewijzen, haar troostende door den Heiligen Geest en zijn Woord. Zie Hoogl. 8:3; Ef. 5:29. So 8.3 Eph 5.29 21) onder mijn hoofd, Te weten gelijk een peluw, om op te rusten. Door de zonde wordt het ganse hoofd krank en het hart mat; Jes. 1:5. Maar door de vertroostingen des Heiligen Geestes worden onze conscientin versterkt, en onze zonden [oorzaken onzer ellenden] vergeven. Zie Rom. 14:17; 1 Joh. 2:12, en 1 Joh. 3:24. Isa 1.5 Ro 14.17 1Jo 2.12 3.24 22) omhelze mij. Dit is een uitwendig teken van liefde. Zie Gen. 29:13, en Gen. 48:10. Ge 29.13 48.10
Copyright information for
DutKant