Titus 1:2
5) In de hoop Of, tot de hoop, op de hoop; die door deze leer in de harten der gelovigen gewrocht wordt en bevestigd; Rom. 5:4,5. Ro 5.4,5 6) welke God, Namelijk waarheid. 7) voor de tijden Grieks, voor de eeuwige tijden; dat is, van het begin der wereld, eer men eeuwen begon te tellen. Zie Gen. 3:15; Rom. 16:25,26. Ge 3.15 Ro 16.25,26 8) geopenbaard heeft Namelijk klaar, zonder deksel van schaduwen en voorbeelden, en onder alle volken. Anderen voegen deze woorden bij het volgende Tit. 1:3 en zetten het over: Maar heeft geopenbaard te Zijner tijd Zijn Woord, door, enz. Tit 1.3 9) te Zijner tijd; Dat is, in de volheid des tijds, Gal. 4:4; namelijk dien God bestemd ham om Zijn Zoon in de wereld te zenden. Ga 4.4
Copyright information for
DutKant