1 Chronicles 2:42
36) kinderen van Kaleb Te weten, die hij bij Hazuba gewonnen heeft; want die hij bij Jerioth gewonnen heeft, zijn verhaald 1 Kron. 2:18, en die hij bij Efrath gewonnen heeft, worden verhaald 1 Kron. 2:19,20. 1Ch 2.18,19,20 37) vader Dat is, van welken de inwoners van Zif hun oorsprong genomen hebben; welke stad gelegen was in den stam van Juda, Joz. 15:55. Zie de aantekening op 1 Sam. 23:19. Jos 15.55 1Sa 23.191 Chronicles 2:45
38) Beth-zur. Dat is, der Bethzurieten, of der inwoners van Bethzur, een stad gelegen in den stam van Juda; Joz. 15:58. Jos 15.581 Chronicles 2:49
41) vader van Madmanna, Madmanna, Machbena en Gibea zijn namen van steden in den stam van Juda, zodat men door vader in 1 Kron. 2:49 moet verstaan den eersten inwoner en voorplanter dezer steden, van welken de inwoners dier steden voortgekomen zijn, gelijk 1 Kron. 2:42,45,51,52. 1Ch 2.49,42,45,51,52 42) Achsa. Deze was des eersten Kalebs oudste dochter.1 Chronicles 2:51-52
45) vader der Bethlehemieten; Versta dit alzo, dat deze Salma maar ten dele vader van de inwoners van Bethlehem geweest is; want Boas de Bethlehemiet was van een anderen Salma, die de zoon van Nahesson was. Zie 1 Kron. 2:11. 1Ch 2.11 46) Haref, Onder, 1 Kron. 4:4, wordt hij Penuel genoemd. 1Ch 4.4 47) Hazihammenuchoth. Anders, de helft van Menuchoth; dat is van diegenen, die de helft van het land Menuchoth bewoonden. Dat Menuchot een zeker landschap geweest is, nemen enigen af uit 1 Kron. 8:6, waar het genoemd wordt Manahath. Het was gelegen aan de grenzen van Juda, Benjamin en Dan. 1Ch 8.6
Copyright information for
DutKant