1 Chronicles 4:14
21) vader des dals Dat is, overste dergenen, die in het dal der werkmeesters woonden. Zie boven, 1 Kron. 2:21; dit dal is gelegen aan de landpalen van Juda en Benjamin, zodat het tweeherig was, Neh. 11:35. 1Ch 2.21 Ne 11.35 22) werkmeesters; Of, der smeden. Enigen zetten het over ambachtslieden, of handwerklieden, gelijk Neh. 11:35. Ne 11.35 23) zij Te weten, de nakomelingen van Joab. 24) waren werkmeesters. De zin dezer woorden is: Daarom is dit dal genoemd geworden het dal der timmerlieden, omdat diegenen, die dat bewoonden, timmerlieden waren.
Copyright information for
DutKant