1 Chronicles 9:2-3
1) eerste inwoners Van hier af begint het register dergenen, die na de Babylonische gevangenis weder in hun land gekomen zijn. 2) Isralieten Te weten, het gemene volk onder de Isralieten. 3) Nethinim Dat is, overgegevenen. Deze waren Gibeonieten, die zich vrijwillig den Isralieten hadden overgegeven, tot eeuwige dienstbaarheid, Joz. 9:21. Zie ook Ezra 8:20; Neh. 11:3. Jos 9.21 Ezr 8.20 Ne 11.3 4) woonden Te weten, nadat zij uit de Babylonische gevangenis waren wedergekeerd, met bewilliging van den koning Cyrus. 5) van de kinderen van Efraim en Manasse; Dat is, van de tien stammen, die zich van Juda afgescheiden hadden. Gelijk ook velen van dezen stam zich bij Juda gevoegd, om den zuiveren godsdienst te mogen oefenen. Zie 2 Kron. 34:6,32. 2Ch 34.6,32
Copyright information for
DutKant