‏ 1 Chronicles 9:3

4) woonden

Te weten, nadat zij uit de Babylonische gevangenis waren wedergekeerd, met bewilliging van den koning Cyrus.

5) van de kinderen van Efraim en Manasse;

Dat is, van de tien stammen, die zich van Juda afgescheiden hadden. Gelijk ook velen van dezen stam zich bij Juda gevoegd, om den zuiveren godsdienst te mogen oefenen. Zie 2 Kron. 34:6,32.

2Ch 34.6,32

‏ 2 Chronicles 21:2

3) Isra‰l.

Dat is, van de twee stammen van Isra‰l, Juda en Benjamin, en der steden, die van het koninkrijk Isra‰ls onder Juda sorteerden, van welke zie boven, 2 Kron. 13:19, en 2 Kron. 15:9, en 2 Kron. 19:4; alzo worden Josafats heren genaamd vorsten Isra‰ls, onder, 2 Kron. 21:4; zie ook boven, 2 Kron. 15:17, en onder, 2 Kron. 23:2.

2Ch 13.19 15.9 19.4 21.4 15.17 23.2
Copyright information for DutKant