1 Corinthians 11:7

19) het beeld en

Namelijk ten aanzien van zijne macht en heerschappij, die hij heeft over de vrouw. Want anderszins, ten aanzien van de heiligheid en gerechtigheid, is de vrouw zoveel naar het beeld van God geschapen als de man; Gen. 1:26,27.

Ge 1.26,27

20) heerlijkheid Gods

Namelijk omdat God in des mans heerschappij over de vrouw, de heerlijkheid en het gebied doet blijken, dat Hij heeft over Zijne schepselen.

21) de heerlijkheid des mans.

Namelijk omdat de onderdanigheid der vrouw onder den man een bewijs is van de macht, het gezag en de uitnemendheid des mans boven de vrouw.

1 Corinthians 11:14

33) de natuur zelve

Namelijk die onder anderen het vrouwelijk geslacht van het mannelijke daarmede ook onderscheiden heeft, dat de vrouwen het haar van het hoofd langer en dichter wast dan den mannen, en dat het haar dient tot een sieraard en deksel.

34) hem ene oneer is?

Namelijk omdat dit lange haar op zijn hoofd als een deksel is, en een teken van onderdanigheid, daar hij het hoofd is der vrouw, en daarom zulk een teken niet behoort te dragen, waarmede hij zijne heerschappij schijnt te verzaken. Daar benevens, omdat hij zich alzo gelijk als herschept in ene vrouw, dragende een sieraad, dat de vrouwen eigen is, en alzo gelijk als zijn geslacht verzaakt, hetwelk God in de wet verbiedt; Deut. 22:5.

De 22.5
Copyright information for DutKant