‏ 1 Corinthians 12:10

26) de werkingen der krachten;

Hierdoor wordt verstaan de gave om wonderen te doen, niet alleen tot hulp en dienst der mensen, maar ook tot straf der huichelaars of vijanden van Christus en van Zijne leer. Zie Hand. 5:5, in Petrus, en Hand. 13:11, in Paulus.

Ac 5.5 13.11

27) profetie; en een

Dat is om toekomende dingen zekerlijk tevoren te zeggen, welke gave gehad hebben Agabus, Hand. 11:27,28, en Hand. 21:10; de vier dochters van Filippus, Hand. 21:9, of ook om de profetische schriften uit te leggen, tot stichting, vermaning en vertroosting, 1 Cor. 14:3; zie Rom. 12:7. Dan, hier schijnt het voor de eerste soort van profeteren genomen te worden.

Ac 11.27,28 21.10,9 1Co 14.3 Ro 12.7

28) onderscheidingen der geesten;

Dat is, de gave om de oprechte en valse leraars te onderkennen, en de gemeente voor de valse te waarschuwen. Zie 1 Joh. 4:1.

1Jo 4.1

29) menigerlei talen;

Gr. soorten van tongen; namelijk die zij niet geleerd hebben, maar die zij door een bijzonder wonder en goddelijke onderwijzing en ingeven kunnen spreken. Zie Mark. 16:17, en Hand. 2:4.

Mr 16.17 Ac 2.4

30) der talen.

Gr. der tongen; dat is, die hetgeen in een onbekende taal geschreven of gesproken was, met een bekende taal duidelijk konden uitleggen en anderen, die dezelve niet verstaan, verklaren.

‏ 1 Corinthians 12:30

78) uitleggers?

Of, vertalers, namelijk van vreemde talen. Zie 1 Cor. 12:10;

1Co 12.10

‏ 1 Corinthians 14:26-27

84) Wat is het dan,

Dat is, dewijl hetgeen tevoren gezegd is, alzo inderdaad is, wat zal men dan verder doen? Hier begint de apostel enige regelen voor te schrijven, die men in de gemeente moet onderhouden in het gebruiken der gaven.

85) een psalm, heeft

Of, lofzang; namelijk door ingeven des Heiligen Geestes van hem gemaakt tot Gods eer en stichting der gemeente.

86) ene leer, heeft hij

Dat is, een bijzondere onderwijzing, vermaning of vertroosting, door den Heiligen Geest hem bijzonder ingegeven.

87) ene openbaring, heeft hij

Namelijk des Heiligen Geestes van enige onbekende of toekomende dingen. Zie Openb. 1:1.

Re 1.1

88) ene uitlegging; laat alle

Dat is, de gave van vreemde talen in bekende spraken te vertalen; of ook van enige duistere plaatsen der Heilige Schrift wel en duidelijk te verklaren.

89) door twee, of ten

Dat is, dat niet velen daarmede den tijd doorbrengen; doch zo men immers vreemde talen wil spreken, dat zulks van zo weinigen geschiede, als het doenlijk is.

90) bij beurten; en

Dat is, niet tevens op ‚‚n tijd overhoop, maar de een na den ander.

91) ‚‚n het uitlegge.

Namelijk opdat de gemeenten daardoor mogen verstaan wat het is, dat in onbekende taal gesproken is geweest.

Copyright information for DutKant