‏ 1 Corinthians 14:16

49) dankzegt met den geest,

Of zegent, dat is met deze gave des Heiligen Geestes begaafd zijnde, openbare dankzegging doet in de gemeente.

50) de plaats eens

Dat is, die onder de gemene lieden of toehoorders zit. Want het schijnt dat de leraars in een bijzondere en verhevene plaats hebben gezeten in de vergaderingen.

51) ongeleerden vervult,

Gr. idiotes; dat is, die de vreemde talen niet verstaat, en die geen openbare bediening of buitengewone gaven heeft, om in de gemeente te leren, het gebed of dankzegging te doen.

52) Amen zeggen

Dit woord Amen komt van een Hebreeuws woord, betekenende waarheid, zekerheid, vastigheid, en wordt gebruikt tot besluit des gebeds, Rom. 15:33; 2 Tim. 4:22, om daarmede te verklaren dat men toestemt hetgeen gebeden is en wenst dat het mag geschieden. Zie Deut. 27:15, enz; Neh. 5:13; Jer. 11:5; Luk. 24:53; Rom. 1:25, en Rom. 9:5; Openb. 22:20,21.

Ro 15.33 2Ti 4.22 De 27.15 Ne 5.13 Jer 11.5 Lu 24.53 Ro 1.25 Ro 9.5 Re 22.20,21

‏ 1 Corinthians 14:23-24

74) ongelovigen inkwamen,

Namelijk die nog tot den Christelijken godsdienst niet bekeerd zijn.

75) dat gij uitzinnig waart?

Namelijk als gij voor het volk spreekt hetgeen zij niet verstaan, hetwelk gen wijze maar uitzinnige lieden doen. Waardoor dan een ongelovige meer en meer van den Christelijken godsdienst vervreemd wordt, als die hem schijnen zou de mensen uitzinnig te maken.

76) allen profeteerden, en een

Namelijk die de gaven der profetie hebben, de een na den ander. Zie 1 Cor. 14:28,29,30.

1Co 14.28,29,30

77) van allen

Namelijk die de gave van profetie in de gemeente recht gebruiken.

78) overtuigd, [en] hij wordt

Of, bestraft; dat is, overwonnen in zijne conscientie dat de Christelijke religie de rechte en ware religie is.

79) geoordeeld.

Dat is, veroordeeld, namelijk over zijn voorgaande zonden, en indien hij hetgeen door het profeteren uit Gods Woord voorgesteld wordt niet met waar geloof wil aannemen, zo wordt hij buiten alle onschuld gesteld. Zie Hand. 24:25.

Ac 24.25

‏ 2 Corinthians 11:6

13) slecht ben in woorden,

Gr. Idiotes. Zie van dit woord 1 Cor. 14:16. Namelijk gelijk deze roemen van hunne welsprekendheid en menselijke wijsheid mij nageven. Want anders, zo gaat de eenvoudige stijl des apostels in kracht en goddelijkheid alle menselijke welsprekendheid en schriften verre teboven. Zie 1 Cor. 1:25, en 1 Cor. 2:4,5.

1Co 14.16 1.25 2.4,5

14) onder u openbaar

Of, aan u, in u; namelijk door de krachten, gaven en werkingen, die gij door ons Evangelie ontvangen hebt.

Copyright information for DutKant