‏ 1 Corinthians 15:25-26

69) als koning heersen,

Dat is, zijn koninklijk ambt als Middelaar volvoeren. Dat dan Ps. 110:1 gezegd wordt [waarop de apostel hier ziet], dat Hij zou zitten ter rechterhand Gods, wordt hier uitgelegd van den apostel, heersende als koning, gelijk ok in denzelfden Ps. 110:2, heers in het midden van uwe vijanden.

Ps 110.1,2

70) totdat Hij al

Daarom, zolang dit niet is volvoerd, zal Christus de gelovigen uit den dood niet opwekken. En daarna zal Hij ophouden te regeren of heersen, op zulke wijze gelijk Hij nu als Middelaar doet.

71) de vijanden

Namelijk Zijns koninkrijks, en voornamelijk de duivel en al zijne instrumenten, die zich tegen Hem stellen, of niet willen dat Hij over hen zal heersen; Luk. 19:27.

Lu 19.27

72) onder Zijne voeten

Dat is, ten enenmale overwonnen en vernield zal hebben. Zie Joz. 10:24.

Jos 10.24
73) De laatste

Dat is, die laatst zal overwonnen en teniet gedaan worden.

74) vijand, die

Namelijk des levens en de zaligheid der mensen. Want de dood vernielt het leven, en is daardoor als een vijand der natuur.

75) teniet gedaan wordt, is

Dat is, weggenomen wordt, en in plaats van dien het leven wederom door de opstanding gegeven. Zie 1 Cor. 15:54.

1Co 15.54

76) de dood.

Namelijk de tijdelijke en lichamelijke dood; want daarvan wordt hier gesproken.

Copyright information for DutKant