1 Corinthians 4:1-2

1) uitdelers der

Gr. Oikonomous. Dat is, huisverzorgers, of uitdelers van Gods huis. Namelijk in het uitdelen en bedienen van Zijn Woord en Zijne sacramenten, 1 Cor. 2:7. Zie van dit woord Luk. 16:1.

1Co 2.7 Lu 16.1
2) getrouw bevonden

Dat is, zijn last hierin niet tebuiten ga, of tekort doe; Hebr. 3:5.

Heb 3.5

1 Corinthians 7:40

79) gelukkiger, indien

Namelijk zo ten aanzien van de bekommeringen, die het huwelijk medebrengt, als van de vrijheid, die zij heeft om den Heere onbekommerlijker te dienen, gelijk hiervoren van den apostel is verklaard. Doch dit moet ook altijd verstaan worden met de vorige voorwaarden, zo zij de gave der onthouding heeft, en haar beroep zulks toelaat, gelijk hij dit bepaald heeft, 1 Cor. 7:7,17.

1Co 7.7,17

80) ik meen ook den

Dit zegt de apostel niet alsof hij daaraan twijfelde, maar om beleefd van zichzelven te spreken, tegen den valsen waan, welken sommigen onder hen van zichzelven hadden. Zie hiervoren 1 Cor. 7:25.

1Co 7.25
Copyright information for DutKant