1 Corinthians 7:26

49) goed te zijn

Dat is, oorbaar en dienstig, gelijk 1 Cor. 7:1,8.

1Co 7.1,8

50) aanstaanden nood,

Of, tegenwoordigen nood; namelijk der gemeente van Christus, die nu in gedurige vervolging, zwarigheid en ballingschap is. Zie dergelijke wijze van spreken 2 Cor. 6:4, en 1 Thess. 3:7, welke noden beter en lichter kunnen uitgestaan worden van de ongetrouwden dan van de getrouwden, die met huisgezin en kinderen belast zijn.

2Co 6.4 1Th 3.7

51) alzo te zijn.

Dat is, ongetrouwd. Waarbij ook altijd verstaan wordt de voorwaarde hiervoren in 1 Cor. 7:8,9 gesteld, gelijk ook hierna in 1 Cor. 7:35,36 van de gave der onthouding.

1Co 7.8,9,35,36

Hebrews 13:4

5) onder allen,

Grieks in allen; dat is, in alle dingen of onder alle personen. Want op beide wijzen kan het genomen worden: in alle dingen; namelijk die de huwelijke staat naar Gods instelling medebrengt en vereist; of onder alle personen; namelijk van welken staat en roeping zij ook zijn, mits dat zij zulks wettelijk en in den Heere doen; Lev. 18; 1 Cor. 7:39. Anderen zetten het over: Het huwelijk zij eerlijk; alzo dat de apostel hier den gehuwden een regel zou stellen, waarnaar zij zich hebben te gedragen. Doch het woord maat, hetwelk volgt, duidt deze verklaring niet. De apostel stelt dan hier deze vermaning tegen het misbruik van vele mensen, die zich in hoererij of door echtscheiding in overspel verliepen, om de lasten en ongemakken van het huwelijk te ontgaan; en ook tegen sommige valse leraars, die ten tijde der apostelen, en, ook daarna den huwelijken staat als oneerlijk en bevlekt verwierpen, van wie de apostel ook Timotheus vermaant; 1 Tim. 4:3.

1Co 7.39 1Ti 4.3
Copyright information for DutKant