1 Kings 1:13
25) uw dienstmaagd Zo noemt zij zichzelven uit ootmoedigheid des harten en eerbied tot den koning. Anders was zij zijn huisvrouw, 2 Sam. 11:27. 2Sa 11.27 26) op mijn troon zitten! Dat is, koning worden en als koning regeren. Zie Exod. 11:5; Deut. 17:18, en onder, 1 Kon. 16:11,; 1 Kron. 29:23. Ex 11.5 De 17.18 1Ki 16.11 1Ch 29.23 2 Kings 10:3
7) beste Hebreeuws, die goed en recht is; dat is, die bekwaamst is om te regeren. 8) heren, Namelijk, van Achab, of Joram. 9) dien op zijns vaders troon; Dit meent hij niet, maar hij wil de oversten der Samaritanen beproeven, om te weten hoe zij gezind waren, en met wien zij het hielden. Iemand op den stoel zijns vaders zetten, is hem in de plaats zijns vaders koning te maken. Zie 1 Kon. 2:24, en vergelijk onder, 2 Kon. 10:5. 1Ki 2.24 2Ki 10.5 2 Chronicles 23:20
41) machtigen, Of, heerlijke, aanzienlijke, voortreffelijke. 42) der hoge poort Sommigen verstaan hierdoor, de eerste en voornaamste poort van het koninklijke huis, aan welke de trawanten des konings de wacht hielden, en die daarom de poort der trawanten genoemd wordt; 2 Kon. 11:19. In dezen zin moet deze poort onderscheiden worden van de poort des tempels, waarvan boven, 2 Kron. 23:5. Zie de aantekening aldaar. 2Ki 11.19 2Ch 23.5
Copyright information for
DutKant