1 Kings 1:33
44) uws heren, Dat is, mijn knechten, die mij tot nu toe getrouwelijk gediend hebben. Anders, uwer heren, in het getal van velen; dat is, mijn en Salomo's knechten. Versta door dezen des konings trawanten, lijfwacht, en die in den oorlog rondom zijn persoon vochten. 45) rijden op de muilezelin, Dit was een teken der koninklijke waardigheid en eer, tot welke de koning iemand verheffen wilde. Vergelijk Gen. 41:43; Esth. 6:8. Ge 41.43 Es 6.8 46) Gihon. De naam van een fontein, vloeiende aan de westzijde van den berg Zion, 2 Kron. 32:30, en is te onderscheiden van een rivier van het paradijs, ook zo genoemd, Gen. 2:13. 2Ch 32.30 Ge 2.13 2 Chronicles 32:30
54) opperuitgang Of, watergang, waterloop, fonteinader des waters van Gihon. 55) Gihon, Zie 1 Kon. 1:33, en de aantekening daarop. 1Ki 1.33 56) leidde Te weten, die wateren. 57) der stad Davids; Zie 1 Kon. 2:10. 1Ki 2.10
Copyright information for
DutKant