‏ 1 Kings 10:5

8) het zitten

Versta, de welgeschikte en heerlijke orde, naar welke zijn vorsten en raadsheren aan de tafel zaten; en de hofdienaren stonden om de tafel te dienen. Anderen verstaan dit van het zitten in den raad, of in het gericht bij den koning.

9) zijn opgang,

Versta dit van de kunstige galerijen, waardoor de koning van zijn huis in des Heeren huis opging, of ook van het statelijk gevolg, hetwelk hem hierin vergezelschapte. Anderen vertalen dit: En zijn offerande, die hij in het huis des Heeren offerde.

10) zo was in haar

Te weten, door de verslagenheid, die haar de overgrote verwondering toebracht.

‏ 2 Kings 16:12

15) offerde daarop.

Hij is niet tevreden met zijn koninklijke majesteit, maar trekt zich ook aan het priesterlijk ambt, niet vrezende de straf, die zijn grootvader Uzzia dieshalve overkomen was; 2 Kron. 26:19.

2Ch 26.19
Copyright information for DutKant