‏ 1 Kings 11:19

33) vond grote genade

Hebreeuws, vond zeer genade; wat het zij, genade in iemands ogen te vinden, zie Gen. 18:3.

Ge 18.3

34) koningin.

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk de oppervrouw des huisgezins, alsof men zeide, de herin; daarom, als van des konings huis of gezin verstaan zijn huisvrouw, of moeder, de koningin, gelijk hier en onder, 1 Kon. 15:13; 2 Kon. 10:13; Jer. 13:18, en Jer. 29:2.

1Ki 15.13 2Ki 10.13 Jer 13.18 29.2
Copyright information for DutKant