‏ 1 Kings 11:34

66) niets van dit koninkrijk

Hebreeuws, en dit gehele koninkrijk zal Ik uit zijn hand niet nemen; dat is, niets daarvan. Deze manier van spreken, betekenende niet een particuliere of bijzondere, maar een generale of algemene afzegging en loochening, vindt men zeer dikwijls in de Heilige Schrift, gelijk Gen. 23:6; Joz. 11:14; Ps. 143:2; Matth. 24:22; Rom. 3:20. Zie ook Gen. 39:23.

Ge 23.6 Jos 11.14 Ps 143.2 Mt 24.22 Ro 3.20 Ge 39.23

‏ Ezekiel 31:14

31) geen waterrijke bomen verheffen

Hebreeuws, alle bomen der wateren, of der wateren zich niet, enz. Vergelijk boven Ezech. 31:8, en zo in het volgende. De zin is dat God dit voorbeeld aan dien groten monarch heeft willen stellen, tot een waarschuwing van alle groten en machtigen op aarde, en hier voornamelijk voor Farao, opdat zich niemand tegen Hem verhovaardige en goddeloos worde, om niet door gelijke zonden in gelijke straffen te vallen, die hij met geen menselijke macht zal kunnen afweren.

Eze 31.8

32) boven het midden der dichte takken,

Gelijk boven Ezech. 31:10.

Eze 31.10

33) drinken,

Dat is, met allen overvloed door mijn zegen vervuld zijn en geen gebrek lijden. Alzo Ezech. 31:16. Vergelijk boven Ezech. 31:4,8.

Eze 31.16,4,8

34) op zichzelven staan

Deze manier van spreken is ook in onze taal gebruikelijk, voor op zichzelven vertrouwen, of het hoofd stoutelijk op en omhoog steken, waarvan het tegendeel is nederig voor God te wandelen. Vergelijk de manier van spreken onder Ezech. 33:26.

Eze 33.26

35) onderste der aarde,

Hebreeuws, de onderste aarde, of de aarde die beneden is. Alzo Ezech. 31:10,18.

Eze 31.10,18

36) mensenkinderen,

Dat is, onder de gemene, of slechte lieden. Zie Ps. 4:3.

Ps 4.2
Copyright information for DutKant