1 Kings 13:2

4) Altaar,

Hij spreekt het altaar toe, omdat de koning tot deze en dergelijke vermaningen geen gehoor gaf. Ondertussen de gehele uiterlijke afgodendienst wordt gedreigd door het woord altaar, hetwelk somtijds voor den gehelen uitwendigen godsdienst genomen wordt, gelijk Jes. 19:19; 1 Cor. 9:13.

Isa 19.19 1Co 9.13

5) geboren worden,

Te weten, omtrent drie honderd en dertig jaren na dezen.

6) die zal op u offeren

Waardoor het altaar verontreinigd en de priesters, die daarop offerden, gestraft zouden worden. Zie de vervulling hiervan 2 Kon. 23:15, enz.

2Ki 23.15

2 Kings 3:11

12) die water

Dat is, die Elia diende. Want dit is een van de diensten, die de knechten of dienaars hunnen heren plegen te doen.

Copyright information for DutKant