1 Kings 2:23
40) leven gesproken hebben! Hebreeuws, tegen zijn ziel; dat is, tot nadeel van zijn leven. Het woord ziel wordt voor het leven dikwijls genomen. Zie Gen. 19:17. Ge 19.17Proverbs 20:2
6) eens konings Te weten, welken een koning iemand in zijn toornigheid aanbrengt. Versta alzo de verschrikking der mensen; Gen. 9:2. De schrik Gods; Gen. 35:5. De schrik der Isralieten; Deut. 2:25. Ge 9.2 35.5 De 2.25 7) eens jongen leeuws; Zie boven Spreuk. 19:12. Pr 19.12 8) hem Namelijk, den koning. 9) vergramt, Te weten, met gramme en toornige redenen den koning bejegent. 10) tegen zijn ziel. Dat is, tegen zijn leven, hetwelk hij in groot gevaar brengt. Vergelijk Num. 16:38, en 1 Kon. 2:23, en boven Spreuk. 8:36, mitsgaders de aantekening. Nu 16.38 1Ki 2.23 Pr 8.36
Copyright information for
DutKant