1 Kings 22:26
49) zeide: Namelijk, tot een zijner dienaren.2 Kings 23:8
23) priesters Namelijk, de afgodische. 24) verontreinigde Te weten, mits die onbekwaam en onwaardig tot hun afgodendienst te maken. 25) Geba Een stad in Benjamin, de noordpale des koninkrijks van Juda. Zie 1 Kon. 15:22. 1Ki 15.22 26) Ber-seba Gelegen in Juda, en de zuidpale van het gehele land Kanan. Zie Gen. 21:31. Ge 21.31 27) der poorten af, Dat is, die aan de poorten waren. 28) van Jozua, Dat is, hij heeft zowel der geweldigen en oversten, als der armen en geringen afgoderij verhinderd. 29) linkerhand Hebreeuws, de linkerhand eens mans; namelijk desgenen, die ter stadspoort inkwam.
Copyright information for
DutKant