‏ 1 Kings 6:15

34) bouwde hij

Dat is, hij beschoot de wanden met cederen planken enz. alzo in 1 Kon. 6:16.

1Ki 6.16

35) planken;

Hebreeuws, zijden; en zo in het volgende.

36) tot aan het dak

Hebreeuws, tot aan de wanden van het dak; dat is, tot aan het opperste deel des muurs, waarop het dak rust.

37) het huis

Versta dit niet van het innerste deel des huizes, maar van het voorste, genaamd het heilige.

‏ Matthew 16:18

16) petra

Dat is, steen of steenrots; namelijk op deze uwe belijkdenis, die gij van mij doet. Of, op mij dien gij beleden hebt. Want Christus is alleen het fondament zijner gemeente, 1 Cor. 3:11, hoewel ook Petrus en ook de andere apostelen ten aanzien van hunne leer, fondamenten der gemeente kunnen genaamd worden, gelijk te zien is Openb. 21:19.

1Co 3.11 Re 21.19

17) poorten der hel

Dat is, noch de listigheid noch het geweld des duivels en zijner instrumenten. Want eertijds waren de raadhuizen en sterkten der steden in de poorten: Gen. 22:17.

Ge 22.17

‏ 2 Corinthians 13:8

26) voor de waarheid.

Dat is, tot handhaving en sterking der waarheid; waaronder hij hier ook de oprechtheid des levens verstaat.

Copyright information for DutKant