1 Kings 8:32

58) veroordelende

Zie van dit woord Deut. 25:1.

De 25.1

59) gevende zijn weg

Dat is, mits zijn zonden door de welverdiende straffen te plagen. Zie gelijke manier van spreken, 2 Kron. 6:23; Ezech. 9:10, en vergelijk onder, 1 Kon. 8:39.

2Ch 6.23 Eze 9.10 1Ki 8.39

60) rechtvaardigende den gerechtige,

Dat is, vrij achtende en rechtvaardig sprekende. Zie van dit woord Gen. 44:16; Deut. 25:1.

Ge 44.16 De 25.1

Ezekiel 9:10

45) Mijn oog zal niet verschonen,

Hij spreekt in den toekomenden tijd, omdat het voorverhaalde nog niet was geschied inderdaad, maar alleen in een gezicht, hetwelk in den geest van den profeet was ene afbeelding en voorzegging van hetgeen dadelijk te zijner tijd geschieden zou.

46) hun weg op hun hoofd geven.

Dat is, hen straffen, gelijk zij met al hun boze werken verdiend hebben. Zie 1 Kon. 8:32, en boven Ezech. 7:3.

1Ki 8.32 Eze 7.3

Ezekiel 11:21

62) Maar welker hart

Anders: maar aangaande die, wier hart het hart hunner verfoeiselen en hunne gruwelen nawandelt.

63) het hart

Dat is, hetwelk zij menen dat hunne afgoden begeren en wensen.

64) verfoeiselen en hunner gruwelen

Dat is, afgoden.

65) nawandelt,

Vergelijk 1 Kon. 11:5.

1Ki 11.5

66) op hun hoofd geven,

Zie boven Ezech. 9:10.

Eze 9.10

Ezekiel 16:43

123) aan de dagen uwer jonkheid,

Dat is, aan uwe eerste ellende en mijne weldadigheid daarin tegen u. Zie boven Ezech. 16:4, enz.

Eze 16.4

124) tot beroering geweest zijt met dit alles,

Te weten tot toorn. Alzo is dit woord voor toornige beroering genomen, Gen. 45:24; Spreuk. 29:9. Zie de aantekening.

Ge 45.24 Pr 29.9

125) uw weg op [uw] hoofd geven,

Zie boven Ezech. 9:10.

Eze 9.10

126) die schandelijke

Versta, de vergeting van hare jonkheid, waarvan in het begin van Ezech. 16:43 gemeld is. Anders, de vermoording van hare kinderen, waarvan zie boven Ezech. 16:20,21. Sommigen nemen het Hebreeuwse woord in het goede, en vertalen deze woorden aldus: en gij hebt niet een gedachte gemaakt, of gehad; dat is niet eens gedacht aan al uwe gruwelen.

Eze 16.43,20,21

127) gruwelen.

Dat is, gruwelijke afgoderijen.

Ezekiel 22:31

57) hun hoofd gegeven,

Zie boven Ezech. 9:10.

Eze 9.10
Copyright information for DutKant