1 Peter 2:13-14
34) menselijke ordening Grieks menselijke schepping; welke woorden enigen voor de overheid zelf nemen, die zo genoemd wordt omdat zij uit mensen bestaat en door mensen gewoonlijk wordt gesteld. Anderen verstaan het van de ordinantin en wetten, die de overheid tot onderhouding der burgerlijke enigheid en welvaart maakt. Doch de eerste verklaring komt met de volgende woorden wel zo goed overeen. 35) onderdanig, Namelijk in al wat zij u gebieden, zo zulks tegen God en Zijn bevel niet strijdt. Zie Hand. 4:19. Ac 4.19 36) om des Heeren wil; Dat is, omdat het Gods wil is u door dezelve te regeren. Zie Rom. 13:1; 1 Tim. 2:2. Ro 13.1 1Ti 2.2 37) den koning, Waardoor hier de Roomse keizer wordt verstaan, onder wiens gebied die provincin toen stonden. 38) straf wel der kwaaddoeners, Of wraak.
Copyright information for
DutKant