1 Samuel 14:3
4) Ikabod, Zie boven, 1 Sam. 4:21. 1Sa 4.21 5) was priester des HEEREN, Of, van den priester des Heeren te Silo. 6) dragende Of, droeg. 7) efod; Versta hierbij ook den borstlap en urim en thummim, welken de hogepriester aantoog als hij den Heere om raad vraagde. 8) het volk wist niet, Ja ook Saul en de priester wisten het niet. 1 Kings 4:3
4) schrijvers; Of, secretarissen. Zie ook van zulke officieren, 2 Sam. 8:17; Esth. 3:12. 2Sa 8.17 Es 3.12 5) kanselier. Of, registermeester of gedenkmeester. Zie van dit ambt, 2 Sam. 8:16. 2Sa 8.16 1 Chronicles 26:20
22) en Anders, dat is, of te weten, gelijk de letter van genomen wordt Richt. 7:24, en 1 Sam. 28:3, enz. Jud 7.24 1Sa 28.3 23) over de schatten Hier staat aan te merken dat er verscheidene schatten in het huis des Heeren geweest zijn; want vooreerst werd daar verzameld hetgeen tot onderhoud der priesters en der Levieten gegeven werd, als, daar waren de eerstelingen en de tienden, of de waarde derzelve; daarna, wat den Heere geheiligd werd, als vrijwillig offer, beloften, het losgeld voor de eerstgeborenen en dergelijke, waarvan de onkomsten genomen werden tot het dagelijkse offer, idem, tot de offeranden op de sabbaten, nieuwe maanden en jaarlijkse feestdagen, enz. Ten derde, zo werd er ook geld vergaderd tot den bouw des tempels en de onderhouding deszelven. Zie onder, 1 Kron. 26:26,27,28. 1Ch 26.26,27,28
Copyright information for
DutKant