1 Samuel 18:20
1 Samuel 18:28
1 Samuel 19:11-12
10) morgens doodden.
Zie boven, 1 Sam. 19:2.
1Sa 19.2
11) ziel dezen nacht niet behoedt,
Dat is, uzelven, uw persoon, uw leven.
12) door een venster neder,
Want de deuren waren bezet met de knechten van Saul.