‏ 1 Samuel 2:30

73) Ik had

Te weten, toen Ik het priesterlijk ambt in uws vaders huis heb ingesteld.

74) wel klaarlijk gezegd:

Hebreeuws, Ik had zeggende gezegd.

75) voor Mijn aangezicht

Dat is, het priesterdom bedienen; versta hierbij, indien zij in mijn geboden zouden wandelen.

76) Dat zij verre van Mij;

Te weten, vanwege uw ongehoorzaamheid.

77) zullen licht geacht worden.

Hebreeuws, zullen licht worden.

‏ Proverbs 4:8

15) Verhef ze,

Te weten, met haar hoog te achten in uw hart, te prijzen met uwen mond en te gehoorzamen met uwe werken.

16) vereren,

Dat is, aangenaam en grootmaken voor God en de mensen. Zie Dan. 1:17; Luk. 2:52.

Da 1.17 Lu 2.52

‏ Proverbs 8:18

‏ Proverbs 21:21

49) rechtvaardigheid

Te weten, waardoor men een ieder geeft wat men hem naar het burgerlijke recht schuldig is.

50) weldadigheid

Te weten, waardoor men den mens uit liefde en milddadigheid goeddoet naar den eis van de goddelijke en natuurlijke wet. Zie boven Spreuk. 3:27.

Pr 3.27

51) rechtvaardigheid

Dat is, God zal maken dat hem ook recht van de mensen zal gedaan worden.

Copyright information for DutKant