1 Samuel 2:8

23) uit den drek,

Of, uit den mesthoop.

1 Kings 16:2

3) uit het stof

Dat is, uit een zeer lagen en geringen staat. Vergelijk 1 Sam. 2:8; Ps. 113:7. Het woordje stof is dikwijls genomen voor laagheid, verachting, onvermogen, droefheid, nietigheid, Job 16:15; Ps. 7:6, en Ps. 119:25; Jes. 26:5; Klaagl. 3:16.

1Sa 2.8 Ps 113.7 Job 16.15 Ps 7.5 119.25 Isa 26.5 La 3.16

4) gewandeld hebt

Zie boven, 1 Kon. 15:26.

1Ki 15.26

5) doen zondigen,

Zie boven, 1 Kon. 14:16.

1Ki 14.16

Psalms 22:29

45) is des

Of, komt den Heere toe.

Lamentations 4:5

14) lekkernijen aten,

Lekkere spijs, het allerlekkerste.

15) die in

Dat is, die op het allerkostelijkst plegen gekleed te gaan.

16) karmozijn opgevoed zijn,

Zie Jes. 1:18.

Isa 1.18

17) omhelzen den drek.

Dat is, die liggen nu en wentelen zich op de mesthopen en in de vuiligheden der straten, of zij eten drek; vergelijk 2 Kon. 6:25.

2Ki 6.25
Copyright information for DutKant