1 Samuel 30:17

23) de schemering

Het Hebreeuwse woord, dat hier gebruikt wordt, gelijk ook ons woord schemering, betekent zowel de avond- al de morgenschemering. Sommigen menen dat David dit volk in de avondschemering heeft aangevallen [want hij vond hen etende, drinkende en dansende, hetwelk gemeenlijk des avonds, niet met het aanbreken van den dag geschiedt], houden ook dat David, zijnde maar vier honderd man sterk, liever de duisternis van den nacht heeft waargenomen, om deze grote menigte te overvallen in hun dronkenschap en vreugde, dan de schemering van den morgenstond, toen de dag aankwam. Anderen nochtans nemen het hier voor de schemering des morgens, achtende dat David en zijn mannen des avonds te moede waren om een aanval op hun vijanden te doen.

24) tot aan den avond

Dat is, des avonds van den anderen dag, in welken David met zijn mannen was uitgetogen.

2 Kings 7:7

15) schemering

Te weten, recht, eer de melaatsen aan het leger gekomen waren. Zie boven, 2 Kon. 7:5.

2Ki 7.5

16) als het was;

Te weten, toen zij nog daarin waren voor hun vlucht, die hun zo onvoorziens en met zulke verschrikking overkomen is, dat zij, nergens naar omziende, alles gelaten hebben zo het was, om slechts hun leven daarvan te brengen. Vergelijk 2 Kon. 7:5 met onder, 2 Kon. 7:10.

2Ki 7.5,10

17) levens wil.

Hebreeuws, ziel. Zie Gen. 19:17.

Ge 19.17

2 Kings 7:9

18) de een tot den ander:

Hebreeuws, de man tot zijn naaste, of metgezel. Vergelijk boven, de aantekening 2 Kon. 7:6.

2Ki 7.6

19) de ongerechtigheid

Dat is, de straf der zonde. Want de zonde wordt ons gezegd te vinden, niet alleen als wij in dezelve bevonden en achterhaald, maar ook daarom gestraft worden. Zie Num. 32:23, en de aantekening daarop.

Nu 32.23

Psalms 119:147

153) Ik ben

Hebr. Ik heb de schemering [te weten de schemering des dageraads] voorgekomen. Zie aantekening bij 2 Kon. 7:5.

2Ki 7.5

Proverbs 7:9

18) In de schemering,

Te weten, des avonds. Zie van het Hebreeuwse woord 2 Kon. 7:5.

2Ki 7.5

19) zwarten nacht

Hebreeuws, zwartheid des nachts; dat is, als de nacht van donkerheid zwart wordt. Alzo onder Spreuk. 20:20, in de zwartheid der duisternis; dat is, als het zwart is van grote duisternis. En versta Spreuk. 7:9 van het begin en van het vervolg van dezen handel.

Pr 20.20 7.9
Copyright information for DutKant