1 Samuel 31:9

12) zonden ze in der Filistijnen land

Te weten, het hoofd en de wapenen van Saul.

13) om te boodschappen

Te weten, hun victorie.

14) afgoden,

Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk droefenissen, smarten en verschrikkingen. Alzo worden de afgoden genoemd, omdat zij de oorzaak zijn, dat God hun dienaars smart, droefenis en schrik aandoet.

2 Samuel 5:21

53) zij lieten

De Filistijnen, die hun afgoden hadden medegenomen, menende door derzelver tegenwoordigheid zeker victorie te bekomen.

54) afgoden aldaar;

Het Hebreeuwse woord betekent smarten, weedommen, omdat dit de vruchten der afgoderij zijn. Zie 1 Sam. 31:9.

1Sa 31.9

55) namen ze op.

Om die, volgens Davids bevel, en Gods gebod [Deut. 7:25] met vuur te verbranden, gelijk uitdrukkelijk staat 1 Kron. 14:12. Anders, verbrandde ze, lieten ze opgaan [in het vuur].

De 7.25 1Ch 14.12

Job 10:8

16) Uw handen

De zin is, dat de handen Gods, die Job gemaakt hadden, nu hem door deze gruwelijke straffen, niet alleen schenen te willen bedroeven, maar gans te willen verderven. Anderen zetten het Hebreeuwse woord over, maken, formeren, bearbeiden, of fatsoeneren; waaruit dan de overzetting aldus staat: Uw handen hebben mij bearbeid en gemaakt; te weten, met grote kunst en naarstigheid.

17) rondom

Te weten, om mij smart aan te doen; of om mij, dien Gij gemaakt hebt, te onderhouden en te regeren in dit leven; Ps. 139:3; Hand. 17:27,28. Anders, tezamen om en om, al wat ik ben; te weten, heeft Hij mij gemaakt. Dit gehele vers wordt ook aldus overgezet: Uw handen hebben mij bearbeid en mij gemaakt; nochtans tezamen rondom heen verslindt Gij mij. Of, en mij gemaakt, tezamen om en om; en zult Gij mij verslinden?

Ps 139.3 Ac 17.27,28
Copyright information for DutKant