1 Samuel 31:9-10
12) zonden ze in der Filistijnen land Te weten, het hoofd en de wapenen van Saul. 13) om te boodschappen Te weten, hun victorie. 14) afgoden, Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk droefenissen, smarten en verschrikkingen. Alzo worden de afgoden genoemd, omdat zij de oorzaak zijn, dat God hun dienaars smart, droefenis en schrik aandoet. 15) Astharoth; Zie Richt. 2:13, in de aantekeningen. Jud 2.13 16) zij aan den muur Te weten, in de straat, die bij den stadsmuur was, gelijk af te nemen is uit 2 Sam. 21:12. 2Sa 21.12 17) Beth-san. Anders genoemd Bethsean, Joz. 17:11, en Richt. 1:27. Dit was een stad, gelegen in den stam van Manasse, Joz. 17:11, die in dezen tijd van de Filistijnen ingehouden werd. Jos 17.11 Jud 1.27 Jos 17.11
Copyright information for
DutKant