1 Samuel 5:2-5

3) in het huis van Dagon,

Dat is, in den tempel van den afgod Dagon; zie Richt. 16:23. Dit deden de Filistijnen tot een teken van victorie, die zij meenden door de hulp van dezen hun god verkregen te hebben.

Jud 16.23
4) Dagon daarop overgebleven.

Dat is, de romp, waar het hoofd met de handen af waren.

5) Daarom treden

Waarom traden zij niet op den dorpel? Het schijnt dat zij hem heilig hebben geacht, omdat Dagon er op gelegen had.

6) niet op den dorpel

Dat is, op den dorpel van den tempel van Dagon; alzo staat er: De sleutel Davids? dat is, van het huis Davids.

Romans 1:23

56) des onverderfelijken Gods

Dat is, die niet alleen in wezen, maar ook in eigenschappen onveranderlijk is.

57) veranderd

Of, verwisseld voor de gelijkenis; dat is voor een beeld, dat naar de gelijkenis van een sterflijk mens gemaakt is, ja ook van gevogelte, enz. Zie Lev. 27:10; Ps. 106:20; Jer. 2:11; want dat al deze soorten van afgoderij onder de heidenen gebruikelijk zijn geweest, is openbaar uit hunne schriften. Zie ook Deut. 4:15, enz.; Hand. 17:29, enz.

Le 27.10 Ps 106.20 Jer 2.11 De 4.15 Ac 17.29

Romans 1:25

62) de waarheid Gods

Dat is de kennis, die zij van God hadden. Zie Rom. 1:18.

Ro 1.18

63) veranderd hebben in de leugen,

Of, verwisseld voor leugenachtige verzinselen van ijdele goden en godsdiensten.

64) boven den Schepper,

Dat is, meer van den Schepper zelf, die zij nevens hunne afgoden wel somwijlen, maar weinig hebben gediend, Hand. 17:23, of ook den Schepper voorbijgaande, dien het merendeel van hen noch hebben gekend noch gediend; Gal. 4:8.

Ac 17.23 Ga 4.8
Copyright information for DutKant