1 Timothy 4:16

31) uzelven behouden,

Namelijk door het woord, als een instrument en dienaar van Christus, in wien het woord der verzoening is gelegd, 2 Cor. 5:19; zo nochtans, dat noch die plant iets is noch die nat maakt, maar God die den wasdom geeft; 1 Cor. 3:7.

2Co 5.19 1Co 3.7

James 5:20

69) een ziel

Namelijk des dwalenden; Jud.:23.

70) van den dood zal

Namelijk van den eeuwigen dood.

71) behouden, en

Namelijk als een werktuig zijnde van deze behoudenis. Zie dergelijke 1 Tim. 4:16.

1Ti 4.16

72) der zonden zal

Namelijk des afgedwaalden.

73) bedekken.

Dat is, zal het daartoe brengen, dat God de zonden des afgedwaalden bedekken en hem niet toerekenen zal; en ook dat zijn zonden bij de mensen vergeten en vergeven zullen worden.

1 Peter 3:1-2

1) den Woorde ongehoorzaam

Namelijk van het Evangelie.

2) mogen gewonnen worden;

Dat is, tot Christus bekeerd worden, gelijk dit woord winnen gebruikt wordt Matth. 18:15; 1 Cor. 9:19, en elders. Niet dat het goed leven zonder woord genoeg is om den mens te bekeren of tot het geloof te brengen. Want dat doet de Heilige Geest door het Woord van God alleen, Ps. 19:8; Rom. 1:16, en Rom. 10:17; maar omdat zulke mannen, ziende den goeden wandel der gelovige vrouwen, een goed gevoelen krijgen van dat Woord en van den godsdienst dien zij belijden, en een begeerte om het ook te horen en zichzelf door Gods genade daarnaar te schikken.

Mt 18.15 1Co 9.19 Ps 19.7 Ro 1.16 10.17
3) in vreze.

Dat is, eerbied en zorgvuldigheid; namelijk in den dienst van God en van hare mannen.

Copyright information for DutKant