‏ 2 Chronicles 20:1

1) [anderen]

Namelijk, de Syri‰rs, 2 Kron. 20:2, en de Edomieten, die op het gebergte Se‹r woonden, 2 Kron. 20:10.

2Ch 20.2,10

2) benevens

Of, buiten af van de Ammonieten. Anders, over, of bezijden. Anders, want met hen, namelijk de Moabieten, waren van de Ammonieten; te weten enigen. Anderen verstaan dat Ammonim 2 Kron. 20:1 en 2 Kron. 26:8 een bijzonder volk is, onderscheiden van de kinderen Ammons.

2Ch 20.1 26.8

‏ 2 Chronicles 26:8

16) Ammonieten

Zie boven, 2 Kron. 20:1.

2Ch 20.1

17) zijn naam

Dat is, hij werd zeer beroemd en vermaard. Vergelijk 1 Kron. 14:17, en onder, 2 Kron. 26:15; Ezech. 16:14.

1Ch 14.17 2Ch 26.15 Eze 16.14

18) ten hoogste.

Het woord in het oorspronkelijke is ook zo genomen 1 Kron. 14:2, en 1 Kron. 23:17, en 1 Kron. 29:25; 2 Kron. 1:1.

1Ch 14.2 23.17 29.25 2Ch 1.1
Copyright information for DutKant